Het Parijs van Renee Koudstaal
Renée Koudstaal lanceerde nog niet zo lang geleden haar boek ‘Leef als een Parisienne, ook als je hartstikke Nederlands bent’ en ze had niet dichter bij het midden van de roos kunnen mikken, want in tijden van corona is het zaak onze lievelingsstad zoveel mogelijk naar ons toe te halen en onze inner Parisienne te vieren en te vinden.
Renée, je hebt er een boek over geschreven dus jij bent officieel een deskundige. Wat is jouw relatie met Parijs?
‘Ik ben opgegroeid in Nederland en op mijn achttiende voor een jaar naar Parijs vertrokken. Dat werden er twintig. En nu pendel ik tussen Amsterdam en Parijs. Parijs is mijn ‘chez moi’, mijn thuis.’
Huist er werkelijk een Parisienne in ons nuchtere Hollanders?
‘Ik denk dat de Parisienne als geen ander het tegenovergestelde van het Hollandse neerzet. Behalve dan dat ook zij zuurstof, eten en drinken nodig heeft, zijn de Parisiennes in alles anders. En dat anders is precies waar de nuchtere calvinistische Hollander van droomt. Overdag wijn drinken, niet alleen voor je kinderen leven, openlijk flirten met een onbekende, schaamteloos genieten van een calorierijke patisserie, een tafeltje voor één reserveren en expert zijn in rode lippenstift maar ook in het oeuvre van Proust, om maar wat voorbeelden te geven.’
Ik ben intens jaloers want jij hebt best of both: je woont in Amsterdam met man en kinderen en knijpt er af en toe tussenuit naar Parijs om daar te schrijven en te zijn. Hoe DOE je dat? HOE?
‘Als ik één ding heb geleerd van Parijs is het jezelf op nummer één zetten, maar ook om echt elke seconde van het leven te benutten, terwijl het in Nederland gaat over keuzes maken en prioriteiten stellen weigeren de Parisiennes te kiezen. Pourquoi choisir, je veux tout. Naar de film, uit eten, werken, voor mijn kinderen zorgen, alleen zijn, een weekend weg met mijn man, boeken lezen… En ik weiger dan ook te kiezen tussen Amsterdam en Parijs. Amsterdam met mijn gezin, Parijs om te werken en voor mezelf. Dit is mijn ideale mix. In Parijs is het doodnormaal dat je als vrouw echt je eigen leven leidt, het wordt dan ook ondersteund door het opvangsysteem, de echtgenoten, de omgeving. Er is geen oordeel of sociale druk. En al helemaal geen ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’. Mijn man begrijpt me en is dan ook ondanks dit alles toch een paar weken geleden met me getrouwd.’
Je bent op je achttiende in Parijs terechtgekomen, en Parijs en Parijzenaars een beetje kennende was dat niet meteen een warm bad, lijkt me. Waar liep je in die eerste tijd tegenaan?
‘Het voelde in mijn geval eigenlijk wel als een warm bad. Als thuiskomen. Er zit Frans bloed in mijn familie, misschien was ik onbewust op zoek naar mijn roots. Ik heb me nooit herkend in de mensen om mij heen in Nederland, altijd dat gevoel gehad van: mijn tijd en plek komen nog. Inderdaad is het niet allemaal even joviaal in Parijs als in Nederland, maar dat anonieme en gereserveerde, ik hou daarvan. Ik hou van vriendschappen die langzaam groeien. Van stoofpotjes die pas na uren sudderen op smaak zijn, van kleding die met de jaren alleen maar mooier wordt. Ik zoek intensiteit en authenticiteit. En dat is vaak een kwestie van geduld. En doorzetten.’
Wat is het grootste misverstand over Parijzenaars? Of heb ik er hierboven meteen een te pakken, volgens jou?
‘We redeneren soms te veel vanuit onze eigen normen en waarden als we een andere cultuur willen begrijpen. En dan wordt het al snel wat oordelend. Ik heb de Franse cultuur en samenleving in zijn geheel omarmd, vanuit een diep respect. En dus ook al het Nederlandse in mij in Nederland gelaten. Ja, dat kille van de Parijzenaar, dat is iets wat ik vaak hoor en wat ik ook vaak tegenspreek. De Parijzenaren kijken de kat uit de boom, dat klopt, maar als die eenmaal uit de boom is dan heb je vrienden voor het leven. Ze willen eerst weten wie je bent, maar dan ook wie je écht bent. En dat weet je niet na een paar biertjes in de kroeg. Bij mijn vrienden ben ik dag en nacht welkom. Je kan altijd last-minute aanschuiven, alleen of met iemand die je zomaar meeneemt. Ze staan voor me klaar, waar ik ook ben. Dus ook al heb ik daar even moeite voor moeten doen, ik heb er een familie vol leuke lieve interessante Parijzenaren voor teruggekregen.’
Wat kunnen wij van de Parisienne leren?
‘Die sterke drang naar mentale, fysieke en financiële onafhankelijkheid die ze niet alleen uitdraagt maar ook waarmaakt. De helft van de vrouwen in Nederland met partner en kind(eren) is niet financieel onafhankelijk. Ik vind dat shockerend, in zo’n modern land als dit. Dan komt de Simone de Beauvoir echt in mij naar boven. Ik sta voor onafhankelijkheid, en dat begint met het maken van de juiste keuzes. Elke keuze is prima zolang je die echt maakt vanuit jezelf, zonder sociale of morele druk. Durf vragen te stellen aan jezelf en wees eerlijk. Wat is de impact op je carrière van part-timen zolang de kinderen nog jong zijn? Hoe eerlijk zijn de rollen verdeeld in jouw gezin? Hoeveel tijd investeer je in jezelf?’
Wie zijn je favoriete Parisiennes?
‘Ik ben niet zo van de iconische voorbeelden. Dat creëert toch altijd een beetje frustratie en frustratie is niet heel Parijs. Maar ik hou zielsveel van mijn vriendinnen, die grotendeels in Parijs wonen dus allemaal Parisiennes zijn, ieder weer op haar eigen manier. Zij spelen dan ook de hoofdrol in mijn boek en niet Ines de la Fressange of Caroline de Maigret. Mijn Parisiennes vind ik stiekem namelijk veel leuker, mijn Parisiennes next door.’
En wat zijn Nederlandse vrouwen die veel weg hebben van Parisiennes?
‘Het rijke aan Parisiennes is dat zij én oppervlakkig kunnen zijn én diepgang hebben. Celine doet hen denken aan én een gerenommeerde Franse auteur én een mooie designer handtas. Met vriendinnen kunnen we het dan ook over rode lippenstift hebben, maar vervolgens ook over literatuur of politiek. Dat mis ik in Nederland, ik kom deze melange gewoon niet vaak tegen. Het is zoveel meer dan alleen een bepaalde look.’
Herinner je je de eerste keer in Parijs? Is het veranderd in de loop der jaren?
‘Mijn eerste keer Parijs was denk ik tijdens mijn middelbareschooltijd. We gingen naar de Eiffeltoren. Uiteraard. Dus het echte Parijs heb ik toen niet gezien. Als ik naar de afgelopen twintig jaar kijk vind ik Parijs visueel gezien niet veranderd. Misschien is deze stad an sich wel het mooiste voorbeeld van tijdloosheid. Ja, zelfs de Eiffeltoren, ondanks wat gemopper toen het gebouwd werd, blijft iets waar ook de Parijzenaren zelf foto’s van delen op Instagram, ook al zien ze die elke dag. Het verandert niet, blijft mooi en verveelt nooit. Tijdloos.’
Als tijd, gezelschap, alles vrijelijk ingevuld kan worden en zelfs doden zouden kunnen herrijzen, met wie en hoe zou je je dag in Parijs invullen?
‘Het valt me zwaar om niet naar huis te kunnen tijdens corona, dus eerlijk gezegd zou ik zelfs met mijn ergste vijand nu een dag naar Parijs willen gaan. Die neem ik dan de hele dag op sleeptouw. Om te ontbijten in Hôtel Le Royal Monceau, als eerste van de dag het Palais Galliera te betreden om de Coco Chanel-tentoonstelling te bezichtigen, langs mijn favoriete boekenwinkel Rue de Bretagne te gaan en om vervolgens te lunchen op de Marché des Enfants Rouges. Op weg naar huis lopen we even langs de markt voor een vers stukje kabeljauw (met boter-citroensaus) voor vanavond, om vervolgens bij te komen op de bank met tijdschriften en mijn kopje Lapsang Souchong-thee. Om te beginnen met koken terwijl mijn vrienden binnendruppelen en dan uren chaotisch tafelen, genietend van het verbindende besef dat we ons toch echt in de mooiste stad ter wereld bevinden.’
Hoe haal je op dagen als deze waarin we niet naar Parijs kunnen het Franse gevoel naar Amsterdam?
‘Wat dat betreft kwam mijn boek precies op het goede moment uit, want dit Franse gevoel kan je waar je ook bent creëren. Investeer in een huisparfum (Trudon, Diptyque…), zet Franse muziek aan (ik heb hiervoor de perfecte playlist op Spotify samengesteld: renee-k), neem alle tijd om te koken met weinig maar goede ingrediënten (kookboekaanrader: De bijbel van de Franse keuken van Alain Caron), stop met alles plannen, kom af en toe eens lekker te laat, maak van je badkamer een cosy paradijsje en ga heerlijk in bad met een goed glas wijn (en deur op slot), lees Le Deuxième Sexe van Simone de Beauvoir (of een ander boek dat je uitkiest bij de Franse boekwinkel Le Temps Retrouvé op de Keizersgracht), koop de heerlijkste gerechten bij de Franse épicerie Auberge Jean & Marie… Tja, ik kan zo wel uren doorgaan.’
Waar slaap, eet en winkel je het liefst?
‘Ik slaap het liefst thuis in Parijs, maar ben geregeld te vinden in een hotel. Daar wordt namelijk vaak afgesproken tussen Parisiennes. Voor een koffie, lunch, thee of een cocktail. Eten doe ik het liefst bij vrienden, met als ultiem genot: het geïmproviseerde diner. Op z’n Frans, in no time nonchalant uit de mouw geschud. De mayonaise wordt nog even geklopt, die goede fles wijn lag toch te wachten op een goede gelegenheid en dan de paté die we kochten op het marktje à la campagne dit weekend, en wie koopt er even een stokbrood?
Shoppen vind ik een absolute crime. Ik weet qua kleding wat ik nodig heb en waar ik dat kan vinden, dus winkelen duurt gelukkig nooit lang, behalve als ik een boek moet uitkiezen.’
Ben je team metro, taxi, fiets of de ouderwetse benenwagen?
‘Tja, dat fietsen, het is gewoon niet mijn ding. Dus rij ik in Amsterdam rond in een Biro, tot grote ergernis van mijn bakfietsvrienden. In Parijs loop ik eigenlijk alles of neem ik de metro. De bus is natuurlijk heel fijn, maar ik heb het daar vaak te druk voor.’
En wat kunnen zij van ons leren?
‘Ik heb, om de obsessie met de Parisienne te relativeren, aan mijn vriendinnen gevraagd wat zij zouden willen leren van de Nederlandse vrouw. Het werd een hele lijst, met daarop onder andere dat nonchalante knotje dat dan op de fiets met kinderen en boodschappen voor het stoplicht in de regen in een paar seconden even voor elkaar wordt gekregen. Verder het meer tijd en geduld hebben met de kinderen, het vaker in contact zijn met de natuur… Het is duidelijk een geval van dat groenere gras bij de buren.’
Ben je een linker- of een rechteroevervrouw?
‘Absoluut een rechteroevervrouw. Met mijn PR-bureau werkte ik jarenlang voor media en politiek en dat bevindt zich over het algemeen toch meer rive droite dan rive gauche. Ik woonde twintig jaar op enkele meters van het Elysée, en nu in het 16e, in de buurt van de Eiffeltoren, maar dan toch weer de Trocadéro kant, dus de rechteroever.’
Wat zijn Parijse vrouwen aan wie je je graag laaft?
‘Dat zijn geen bekendheden, maar de Parisiennes die ik tegenkom in mijn dagelijkse leven in Parijs of waar dan ook ter wereld. Het is iets magnetisch: we herkennen elkaar gelijk. Een manier van kleden, lopen, praten, lachen… En dan is er vaak een hele korte blik van erkenning en een soort onuitgesproken verbondenheid.’
Mooiste plein van Parijs:
‘La Place du Marché Sainte Catherine, mooi verborgen in de Marais. Hier startte ik mijn eerste bedrijf Les Films du Marché.’
Ooit eens une tasse de thé drinken met… in Parijs:
‘Simone de Beauvoir, ik wil nog zoveel van haar leren. En dan toch liever een glas wijn denk ik.’
Favoriete restaurant:
‘Ook hier wil ik niet kiezen, elke week ontdek ik weer een nieuwe plek. Maar een klassieker blijft het L’Atelier Etoile de Joël Robuchon, onder de Publicis Drugstore, ook al is de chef zelf helaas overleden. Op deze plek vier ik belangrijke momenten in mijn leven met de mensen die het meest voor mij betekenen. De ideale melange van nostalgie en gastronomie.’
Nooit meer doen in Parijs:
‘Er weggaan.’
Standaard mee als souvenir:
‘Parijs reist altijd met me mee dus souvenirs kopen doe ik niet. Maar mocht je op zoek zijn naar leuke cadeautjes uit Parijs die niet made in China zijn, kijk dan op de webshop van bringfrancehome. En zodra het weer kan: de winkel ligt pal naast de Place des Vosges. Andere absolute aanrader, de winkel van het Elysée.’
Verplichte kost als je in Parijs bent:
‘Lang leven de drie ie’s: pharmacie, librairie, Monoprix! Dus altijd mijn vaste cosmeticaproducten inslaan, een goed boek en dan leuk boodschappen doen in een grote Monoprix (verslavend leuk: de Bout’Chou-kinderkleding).’
Mooiste herinnering aan Parijs:
‘In Parijs lijkt het wel alsof je continu herinneringen aan het creëren bent, ook als je daar werkt en woont, dus het is moeilijk kiezen. Maar ik heb het laatste interview met Jacques Chirac mogen doen voordat hij zich terugtrok uit het publieke leven. Hij heeft mij daarna uitgenodigd voor een tête-à-tête. Ik denk daar nog vaak aan terug, Jacques en ik, kletsend in zijn bureau vol met Afrikaanse kunst. Hij heeft daarna ook nog eens mijn moeder gebeld om haar te feliciteren met haar dochter. En zo dacht ik steeds weer: nee, gekker moet mijn leven niet worden. Totdat er wéér iets spannends gebeurde.’
Dit mis ik als ik er niet ben:
‘Mijn thuis. Ik reis veel en ontdek de mooiste plekken op deze aarde. Maar dan hoor ik mezelf continu toch denken: leuk, maar tja, net niet Parijs, hè? Laten we eerlijk zijn: Parijs legt de lat natuurlijk gewoon heel hoog, haha.’
En ten slotte: waarom moet iedereen je boek kopen en lezen?
‘Er bestaan uiteraard al veel boeken over de Parisienne. Die ben ik gaan lezen toen ik vaker naar Nederland kwam. Ik ontdekte een vrouw die ik in die twintig jaar Parijs nog nooit was tegengekomen. Ik noem haar de Parisienne uit de parfumreclame. Sorry, maar die bestaat dus niet. De Parisiennes die wel bestaan daarentegen, die zijn veel interessanter en leuker. En zij hebben mijn leven nog mooier gemaakt. Hoe? Dat kun je lezen in mijn boek vol met geheimen, tips, interviews en adresjes. Want leven als een echte Parisienne: dat kan, waar je ook bent, zelfs in Nederland. Kijk maar naar mij.’
Fotografie: Anna Vie