Het restaurant in Utrecht dat mijn hart veroverde
‘Ik heb gehoord dat jullie iets te vieren hebben. Zullen we dan maar meteen beginnen met iets mousserends?’ Ik ken Katrien niet, maar ik hou nu al van haar. De luxe van een ervaren gastvrouw (of man) wordt zo onderschat in restaurants.
‘Heerlijk, graag…’, is het eerste dat in me opkomt. ‘En willen jullie voor het zesgangenmenu gaan met bijpassend wijnarrangement?’ Ik kijk even twijfelend naar mijn tafelgenoot. Hij knikt. We zijn elf jaar samen vandaag. Élf. Ik weet nog zo hoe ik hem leerde kennen op die vakantie in Griekenland. Als klein giechelig meisje van 17, completely in de war van verliefdheid. Nu zijn we drie huizen en twee katten verder. Nu is hij een man.
Ik vraag Katrien of ze een foto van ons wil maken. Ook al heb je besloten om niet veel op je telefoon te zitten, het lukt hier haast niet. Het Ketelhuis in Utrecht schreeuwt om kiekjes. We bevinden ons in de oude Pastoe-meubelmakerijfabriek. De leidingen, buizen en niet te vergeten de immense ketel zorgen een industrieel sfeertje. Een soort fine dining met een ruw randje. I like.
Daar komen de amuses. Een zwart potje met een krokantje erop, daarin een tartaar van pompoen. Ik zie de chef in de uren die erna volgen vanuit de open keuken toveren met ons voedsel. Hij stopt er extra van zijn geheime ingrediënt in: liefde. Waar te beginnen? De zalm op 40 graden gerookt met yuzu en wasabi? De langoustine met bomboe, bisque en sambal badjak? De entrecote met kimchi en radijs? Het is hemels.
Net als de wijn. Na glas numero twee gaan de schouders losser. Na nummer vier giechel ik tegen Sander dat ik tipsy begin te worden. Katrien schenkt lekker door, en gelijk heeft ze. Het is ons feestje en ondertussen ook een beetje haar feestje. Ik kijk hem in zijn ogen en voel een trots geluksdansje in mijn buik. Elf jaar…
Wat een mooie avond.