‘Ik ben hypochonder en deze tijd is voor mij de hel’
Liselore (25) is als de dood om ziek te worden. Heeft ze altijd al gehad. Dat gecombineerd met OCS (Obsessieve Compulsieve Stoornis) maakt dat het leven sinds corona voor haar absoluut geen pretje is.
‘Jarenlang ben ik al in therapie voor dit ‘probleem’, met in mindere mate vooruitgang. Soms gaat het weer een stapje vooruit, maar voor ik het weet zet ik er weer vijf terug. Het is echt een lastige ziekte, omdat het zoveel onbegrip oproept bij mensen. En het isoleert me ook enorm: ik vind het al lastig om met mensen om te gaan, maar ik mis tegelijkertijd wel het contact. Gelukkig kan ik er online veel met mensen over praten.
Vroeger was ik al een angstig kind. Ik hield niet van buitenspelen en was erg kieskeurig met mijn speelgoed. Spelen met andere kinderen wilde ik niet, hun speelgoed aanraken al helemaal niet. Met tikkertje of verstoppertje zat ik aan de zijkant. Mijn ouders dachten eerst dat ik gewoon wat verlegen was en dat ik misschien nog niet echt wist hoe ik me moest uiten, maar op mijn zevende gingen ze voor de eerst met de naar de dokter.
Thuis werd ik namelijk steeds onhandelbaarder. Ze hebben het nooit gezegd, maar ik denk dat mijn ouders me toen echt een aansteller vonden. Als een vork op de grond viel en ze legden hem terug op mijn bord, was ik de rest van de avond in complete paniek. Alles moest op mijn manier. De trap op lopen, daar had ik een standaard loopje voor. Als dat misging, of ik kreeg een tegenligger, moest ik weer opnieuw.
Ik werd doorverwezen naar een psycholoog die al snel met de diagnose Obsessieve Compulsieve Stoornis kwam. Voor mijn ouders een opluchting: nu wisten ze wat er met me aan de hand was. Maar helaas was er niet echt een medicijn voor… Behalve therapie. Best wel heftig, om als jong meisje al in therapie te gaan.
De dwangneuroses die ik had zorgden ervoor dat ik altijd uitgeput was. Alles moest ik tellen, obsessief m’n handen wassen, alles dubbelchecken en continu in angst zitten als ik mijn dwangneuroses niet onder controle had. Wat het dan alleen maar weer erger maakte. Ook toen had ik weinig vriendjes en vriendinnetjes; ze vonden me maar raar.
Zo rond mijn veertiende veranderde er iets. Ik werd steeds angstiger, was zo bang dat er iets mis was. Dat gebeurde toen ik een heftige keelontsteking kreeg. Ik had zóveel pijn en was er volledig van overtuigd dat het m’n einde zou betekenen. Volslagen onredelijk en dat wéét ik ook wel, maar ik voelde het echt zo. Toen ik daarvan was genezen, nam ik mezelf voor nóóit meer zo ziek te worden.
En sinds toen leef ik in angst, nu al ruim tien jaar. Ik ben inmiddels een vaste gast bij m’n huisarts en de eerste hulp. Twee jaar geleden gleed ik uit met mijn fiets en was ik ervan overtuigd dat mijn elleboog verbrijzeld was. Zo kan ik nog wel tientallen dingen opnoemen. Ik word pas een beetje gerustgesteld als een dokter of arts me vertelt dat ik lichamelijk gezond ben, maar zodra ik weer een stap buiten zet begint die angst weer.
Het coronavirus is voor mij de hel. Ik woon in Amsterdam en heb mezelf voor zover ik kon opgesloten. Boodschappen liet ik thuisbezorgen, maar dat ging ook niet altijd goed. Dan schatte ik het verkeerd in en zat ik uiteindelijk zonder eten. Op water en brood leven was toen echt de enige optie, want naar buiten, dat kon ik echt niet.
Die testen zijn geen pretje maar ik móet me testen als ik naar buiten ben geweest. En na die test zit ik twee dagen in paniek, vol angstaanvallen thuis. Ik heb het. Ik weet het zéker. Ik kan inmiddels niet eens meer mijn werk doen omdat die angst mijn hele leven heeft overgenomen. Naar de psycholoog mag ik wel, maar de gedachte alleen al maakt me doodsbang. Ik spreek ze nu online en telefonisch.
Ik hoop zo dat ik ooit hiervan verlost raak, of dat het in ieder geval minder wordt. Dat ik ermee kan leven en wél een sociaal bestaan kan hebben. Ik had oprecht een jaar geleden het idee dat ik die kant opging… En nu ben ik terug bij af. Of nog verder terug, voor zover dat kan.’
In deze ongewone tijd vroegen we mensen om hun eerlijke verhaal. Om anderen niet te kwetsen is de naam van Liselore aangepast.