Ik ging anderhalve minuut in een bad met ijsblokjes en zo voelde dat
Dus daar sta ik buiten in de miezer, woensdagavond half 10. Zo’n twintig anderen om me heen. De een lacht, de ander kijkt gefocust. Ik lach niet en kijk niet gefocust want het enige dat ik voel is een soort halve paniekaanval opkomen. Ik ben de enige die hardop sputtert. Zichzelf naar beneden praat. ‘Ja, maar ik kan dit niet. Ik trek dit niet. Ik ga verkeerd ademhalen. Als het te koud is, ga ik er meteen uit hoor. Ik haat kou. Hoe kunnen jullie allemaal zo rustig zijn?!’
Dat bad met ijsblokjes is niet eens mijn grootste vijand. Ik ben het zelf. My mindset sucks and I know it. De zenuwen gieren door mijn lijf. Verdomme. Waarom moet ik toch altijd in dit soort rare situaties verzeild raken? Waar ben ik eigenlijk naar op zoek? Voor wie doe ik dit eigenlijk? Het is de negatieve spiraal die me naar beneden probeert te trekken. Anderzijds is het ontdekkende kind in me er ook nog. Zij wil helemaal niet bang zijn. Zij wil buiten spelen. Nieuwsgierig zijn. Ervaringen opdoen en grenzen verkennen.
Ja, ik sta hier bij Ignition, een half festival/half seminar-event in Paradiso Amsterdam. Hier ben ik gekomen om mijn dromen voor 2020 uit te spreken. Hier ben ik gekomen om mijn angsten te overwinnen. Mét bikini onder mijn outfit omdat dit van me gevraagd werd. Ik wilde mezelf hiermee confronteren om ervan te leren. Tijd voor pussy’s is er niet op dit moment. Je laten leiden door angst is stom.
‘Kiki, jij kunt dit. En als je het écht te koud vindt, ga je er gewoon uit. Ik ben nu al trots dat je hier überhaupt staat. Jij bent zoveel sterker dan je denkt,’ aldus mijn buurman op rechts. Ik vertrouw hem. Denk ik. Hoop ik. Wil ik. Ik hoop dat ik dit kan. FUCK. Ze tellen af. Nu moet het gaan gebeuren. Ademhaling is alles. Focus op je adem. Diepe lange halen vanuit je onderbuik. We stappen met de hele groep in het bad en ik voel meteen dat mijn lichaam begint te vechten en schokken. Holy crap, dit is heavy.
De eerste tien seconden weet ik niet eerst wat ik moet denken of voelen. Na twintig seconden weet ik het wel. Speldenprikjes. Pijn. Ik wil uit dit bad springen en wel nu. Oké, hoe gaan we die komende minuut nog overleven hier met z’n allen? Ik zie sommigen compleet zen in dat bad zitten, anderen sputteren wat tegen, net als ik. Oké ogen dicht Kiek. Gewoon rustig ademen en je niet laten afleiden. Ben ‘oké’ met het even niet ‘oké’ zijn. Dit is tijdelijk.
Toen ik vóór het bad stond, bleven de vragen door mijn hoofd vliegen. Raak ik niet onderkoeld? Kan mijn lichaam dit wel aan? Wat als ik in paniek raak? Maar vervolgens ín bad is er helemaal geen tijd voor dit soort psychologische praat-jezelf-naar-beneden-onzin. In het bad is ademhaling je beste vriend. Heb je die eenmaal onder controle, dan zul je merken dat je helemaal niet zo achterlijk doet als dat je van tevoren had verwacht. Het een tactiek die echt werkt: geef je over aan de angst en de angst ebt weg.
Dus ik doe het. Probeer het. Focus me op mezelf, sluit mijn ogen zie helemaal niemand en niets meer om me heen en ben hier alleen in mijn koude Frozen-Elsa-ijsblokjes-droom. En dan wordt er afgeteld. Nog twintig seconden. Holy fuck, dus ik zit er al een minuut en tien seconden in. Het oncomfortabele gevoel is er nog steeds, maar ik ben in controle. Nog tien seconden…
Holy fuck, I can do this…
3… 2… 1…
Done.
Echt done?
Ja, iedereen stapt eruit.
Ik voel mijn benen even niet meer zo heel goed, maar het valt allemaal in het niet bij het enorme dopamineshot dat als vuurwerk is ontploft in m’ bovenkamer. Ik heb het gedaan. Dat bange meisje die het hardste schreeuwde dat ze dit niet kon heeft net als iedereen hier anderhalve minuut in dit ijsbad gezeten. Wtf. Het rare aan het nemen van een ijsbad? Je denkt dat je het niet kan. En natuurlijk kan het wel. Is het oncomfortabel? Ja. Van kleins af aan wordt je geleerd om dingen die niet fijn zijn uit de weg te gaan. Is niet erg natuurlijk, maar erg veerkrachtig wordt je er ook niet van. Dit is een oefening die draait om je mind en lichaam te testen. Uit je comfort zone te stappen. Erachter te komen dat je veel sterker bent dan je zelf denkt. Ik heb me niet laten leiden door mijn angsten.
Ik kan het een dag later nog steeds niet echt geloven.
I did this.
Ik ben trots op mezelf.
Ik ben sterk.