Ineens blijk ook ik zo’n tante te zijn
Riep ik een half jaar terug nog heel hard dat baby’s leuk waren maar het nog leuker was als je ze weer terug kon geven aan de rechtmatige vader of moeder, nu is alles anders. Ik heb een vers neefje en ineens ben ook ik zo’n tante.
Mijn beste vrienden en vriendinnen zaten ver voor mijn neefje al stevig in het nageslacht. En hoe koddig ik ze allemaal ook vind, bij een huilbui van een betreffende baby ga ik angstig kijken. Hoe laat je zoiets stoppen? Knijp ik te hard? Moet het eten? Zo niet bij mijn neefje, nee hoor, bij hem heb ik plotseling de arrogantie om te denken dat ik hem kan laten stoppen omdat ik familie ben. Dit is werkelijk in geen mogelijkheid gestoeld op iets wetenschappelijks, maar puur op hoogmoed. Vooralsnog stelt het zes maanden oude beeldige jong (had ik al gezegd dat hij de knapste baby ooit is?) me niet teleur en stopt hij als ik hem als laatste redmiddel heel hard aan mijn haar laat trekken. Je merkt het al: ik ben tot alles bereid om meneer op zijn wenken te bedienen.
Mijn vriend had altijd de regel dat een kind moest kunnen lopen en praten voor we op wilden passen. Maar met het arriveren van mijn neefje ging ook deze vereiste overboord. Ik probeer de nieuwe ouders al maanden te bewegen tot een date night waarbij ik het alleenrecht op oppassen heb. Hier wordt nog aan gewerkt. Vriendlief heeft nog twijfels, maar het staat hem natuurlijk ook vrij een avondje op stap te gaan.
Ik ben dus onherkenbaar veranderd sinds de komst van mijn neefje en dit zijn de tekenen dat jij ook zo’n tante bent geworden:
1. Je kijkt onnodig vaak hetzelfde filmpje waarop je neefje of nichtje iets doet wat niet per se heel intelligent is, maar wel ongekend schattig of geestig.
2. Als er langer dan drie dagen geen verse filmpjes of foto’s zijn verstrekt, dan raak je onredelijk ontstemd. Waarna je berichten gaat sturen als: hoe is het met mijn meest favoriete man ter wereld? In de app waar je vader, broers en eventuele vriendjes ook in zitten.
3. Je facetimet onnodig vaak met je broer of zus in de hoop dat je je neefje ziet (sorry broer), terwijl je dat voor de geboorte van dit kleine murmeltje nooit deed.
4. Elke week bedenk je een excuus om langs te komen of ‘in de buurt te zijn’, terwijl je je broer of zus voorheen zonder blikken of blozen een maand niet zag want: druk.
5. Bij binnenkomst probeer je het neefje of nichtje in kwestie meteen stevig vast te pakken en daarna blijf je zo lang als je kan, zelfs als je hints krijgt dat je moet vertrekken.
En voor als je nu denkt dat jij nooit zo gaat worden: dat dacht ik ook.