Leven in tijden van corona
Vandaag zijn we echt met z’n allen thuis. Mijn oudste dochter gaat naar speciaal onderwijs en omdat flexibiliteit en veerkracht niet bepaald bovenaan de lijst met kwaliteiten van autisten staat, hebben ze de school een dagje langer opengehouden. Konden ze even wennen aan het idee. Het gaf mij ook rust want als ik eerlijk ben, vliegt het idee me best een beetje aan.
Drie weken thuis werken en alleen voor de meisjes zorgen. Mijn man valt in de categorie eerstelijnsberoepen (hij maakt tv-programma’s waaronder JINEK), dus hij moet de mensen informeren over de stand van zaken. Ze zullen de hele week extra lange uitzendingen maken om iedereen up to date te houden over de laatste ontwikkelingen.
Ik app met onze nanny. Zij mag ook niet komen want nanny’s vallen onder kinderopvang en die zijn vanaf nu ook gesloten. Bovendien voelt ze zich niet echt lekker. Ik krijg visioenen van instortende kaartenhuizen en een heel diep moeras bij de gedachte dat ik drie weken zonder haar moet, maar aan de andere kant hoeven we nu natuurlijk ook niets. Geen paardrijles, geen kinderfeestjes, geen tandartsafspraken. Ik zal het wel redden.
Met vriendin L spreek ik af om elke dag een rondje te rennen. Gisteren was dat zes kilometer via rivier het Spaarne door de Haarlemmerhout terug (best oké toch, voor iemand die nooit rent) en vandaag renden we via Aerdenhout richting Zandvoort en terug, wat neerkwam op zeven kilometer. Onze kinderen fietsen achter ons aan, zo hebben we allemaal een ‘uitje’, blijven wij een beetje fit en hebben we tenminste nog een beetje gezelligheid in deze geïsoleerde dagen.
Het valt me op hoe mooi onze omgeving is. We groeten alle voorbijgangers extra aardig. We kennen elkaar niet, maar weten dat iedereen in dezelfde situatie zit en dat schept een band.
Terwijl ik een omelet bak, app ik met Daan, mijn commercieel directeur. Ze heeft een videocall met een leuke klant en we nemen nog even de leuke dingen door die we voor hen hebben bedacht.
Als we heel snel geluncht hebben (iedereen aast op mijn ei), moeten we naar school. De achternaam van mijn meisjes begint met een H en daarmee zijn we de laatste letter van de eerste groep kinderen A t/m H die naar binnen komt. Ik heb de school nog nooit zo verlaten gezien. Op elk bureau ligt een stapeltje boeken, de lineaal en het etuitje. De juffen van mijn jongste hebben iedereen drie krijtjes gegeven en bij mijn middelste staat een emmer met tulpen. Iedereen mag er een pakken. De tekst die er bij staat is: ‘Kinderen, blijf bloeien’. Misschien een hoog Luizenmoeder-gehalte, maar ik ben geraakt door de aandacht van de school, de liefde van de juffen en meesters die dit allemaal in een dag hebben geregeld. Schooljaar 2019/2020 zal niet snel vergeten worden.
Thuis maak ik de keukentafel extra schoon. Een hoekje voor mijn middelste, een hoekje voor mijn jongste, een hoekje voor mij. Ik klap mijn laptop open en schrijf, mijn jongste begint vast met taal, dat hoeft pas morgen maar ze heeft zo’n zin. Middelste leest ‘De kloof’ uit en stoot door naar huiswerkles. Daarna gaan we nog even de duinen in met de hond en dan gaan we Frozen II kijken want die heeft Disney+ vandaag online gezet. Dat hebben we wel verdiend, dacht ik zo.
Tot morgen, hang in there, May