“Mijn buik werd steeds blauwer van het prikken”
Het leven van Tess Hoens is geweldig, maar ook bij haar zijn er dingen die niet helemaal lopen zoals ze zich had gewenst. En daar wil ze over schrijven. Omdat er van schone schijn al genoeg is en omdat eerlijkheid helpt. Tess heeft een kinderwens, maar zwanger worden lukt nóg niet. Deze week denkt ze terug aan de tijd dat ze bol stond van de hormonen.
Na allerlei pilletjes te hebben geslikt met de bedoeling de eisprong op te wekken maar zonder succes, zat ik nu aan de Gonal-F-injecties. Injecties die je zelf elke dag in je buik moet prikken. De eerste keer was ik bang dat ik het niet zou durven, out zou gaan en de Gonaltjes het raam uit zou gooien, maar ik was stoerder dan verwacht. Nee, eigenlijk was het gewoon een piece of cake.
Mijn arts had al uitgelegd dat we met een lage dosering zouden beginnen en dat het goed mogelijk was dat we telkens iets omhoog moesten. Ongeveer drie keer per week was ik in het ziekenhuis om een echo te maken en te kijken of het al iets deed, of er een eitje groeide. Na elke verhoging van dosering weer een teleurstelling op de echomonitor. Inmiddels was ik niet meer te harden, thuis volgepompt met hormonen, lees: schreeuwen, huilen en ter aarde storten als mijn vriend zijn bord niet direct in de vaatwasser zet. True story. Mijn buik werd op de plek van prikken steeds iets blauwer, maar mijn arts bleef overtuigd dat het nog zou aanslaan. Ik niet… En zoals al veel vaker was gebleken (hoewel ik jullie dat niet allemaal verteld heb omdat ik niet kan blíjven vermoeien met negativiteit) kende ik mijn lichaam het best en kreeg ik ook deze keer gelijk.
Meneer arts gaf uiteindelijk toe en nu zitten mijn vriend en ik weer tegenover zijn immer vrolijke gezicht in zijn kantoortje. Zijn vrolijke instelling is vaak bemoedigend, maar vandaag tik er het liefst tegen aan met een stoel. Neemt hij mij wel serieus? ‘Zeg, is het zo dat jullie omdat ik 25 ben meer de tijd nemen om van alles te proberen? Een pilletje hier, een pilletje daar. Doseringen blijven verhogen. Tijd nemen. Testen jullie meer op mij omdat jullie vinden dat ik nog tijd genoeg heb?’ Zijn grijns zakt weg, zijn wenkbrauwen komen naar elkaar ‘Absoluut niet, elke patiënt verdient een even adequate behandeling. Maar omdat bij jou geen oorzaak van het eisprongprobleem te vinden is, is het ook lastiger de juiste behandeling te vinden.’ Oké, makes sense.
Hij vertelt verder over de opties nu. Het komt erop neer dat optie 1 een olifant in een porseleinkast is die mij volstouwt met hormonen maar die toch wel moét gaan werken. Optie 2 is juist een heel bescheiden variant die zeer gericht en genuanceerd het medicijn toedient. Het is een kastje dat je op je lichaam plakt met een infuus eraan dat elke 90 minuten de hormonen injecteert. Hij wil met een bloedtest bepalen of ik voor optie 2 in aanmerking kom. Het is een veel duurdere behandeling en dus wil hij eerst zeker weten of het kans maakt. Ik denk: ja, nu wil je opeens wél eerst testen of het überhaupt aan kan slaan. En we lopen naar de afdeling om bloed te prikken.