Niezen in tijden van corona
Ik heb dus hooikoorts. Al een jaar of tien zeker wel. Maar de ellende die hooikoorts sowieso met zich meebrengt, krijgt een verse dimensie in coronatijd. Ineens voel ik me genoodzaakt om mijn toch al niet al te discrete nies (denk: niets kunnen zien gedurende een seconde of drie, uitsproeiend vocht op zo’n beetje elk denkbare plek, ja, ook daar, een spastische beweging zo hevig dat ik elke keer verbaasd ben dat ik geen buikspier heb verrekt en natuurlijk een score op de decibelmeter van pak ‘m beet 120) ook nog overduidelijk in de elleboog nies en mijn nies begeleid met de woorden: “Het is hooikoorts, hoor. Geen corona, geen zorg.”
Is er ook een voordeel, wil jij nu graag weten. Wel zeker. Die anderhalve meter afstand bewaren is een makkie. Een mákkie. Iedereen stuift uiteen als ik passeer. Zo zie je maar weer.