Real life: ‘Door mijn rijke ouders heb ik nauwelijks echte vrienden’
Ann (25) groeide op in een plaats vlakbij Den Haag. Ze vertrok naar de stad om te studeren en woont daar nog steeds met huisgenoten. Ze wilde nieuwe mensen om zich heen, want daar was ze wel eens toe na het gedoe in haar jeugd.
‘Het stadje waar ik vandaan kom en opgroeide voelt meer als een dorp. Dat kan heel gezellig zijn en echt ons-kent-ons, maar er wordt zóveel geroddeld. En niet eens door de jongeren, maar — juist vooral — door de ouders. Mijn vader, moeder en ik woonden in een groot huis, wat natuurlijk opviel in de buurt. Mijn vader heeft zijn hele leven heel hard gewerkt en vooral goede investeringen gedaan. Het fijne daarvan wist ik niet, nog steeds niet trouwens, maar er was altijd genoeg geld bij ons thuis. Wat te zien was, want mijn ouders houden van luxe.
Dat zorgde voor heel wat afgunst in de buurt. Mijn vader waarschuwde me daar al wel voor en zei dat ik er maar beter niets over kon zeggen. Toen ik naar de middelbare school ging werd het nog veel erger. Blijkbaar vinden mensen het héél interessant als je vader zo’n bankrekening heeft, want ik werd er bijna dagelijks naar gevraagd. Wat mijn vader nou precies deed. Alsof het één of andere crimineel was… Mijn vader heeft gewoon op een eerlijke manier zijn geld verdiend en heeft er ook heel hard voor gewerkt. Sowieso vond ik het gelijk al heel raar en onbeleefd dat mensen maar naar mijn vaders geld vroegen.
Het werd nog erger toen mijn ouders gingen scheiden. Ik was toen 16 en ben enig kind en zag het echt niet aankomen. De wildste verhalen gingen rond in de buurt en op school: mijn vader zou een ander hebben, mijn moeder zou hem financieel leegtrekken en er werd zelfs gezegd dat ik meerdere halfbroertjes en -zussen zou hebben van mijn vaders affaires. Allemaal helemaal niets van waar en superkwetsend voor ons alledrie.
Uiteindelijk is mijn moeder verhuisd naar Noord-Holland. Ze was helemaal klaar met het geroddel en de scheve gezichten die ze kreeg, terwijl ze zelf niets fout had gedaan. Ik bleef bij mijn vader wonen en ondanks het feit dat het een hele verdrietige situatie was, hebben ze nooit echt enorme ruzie gehad. Wel veel verdriet. De koek tussen hen was gewoon op en dit was voor mijn vader en moeder het beste. Ze hebben nog steeds een goede vriendschap, waar ik heel blij mee ben.
Achteraf gezien had ik misschien beter met mijn moeder kunnen meegaan. Ook een nieuwe start krijgen. In plaats daarvan ben ik in Den Haag gaan studeren, wat vlakbij is. Ik kwam er al snel achter dat het geroddel ook daar verder ging. Op mijn middelbare school had ik niet echt vrienden. Het waren vooral mensen die met me wilden afspreken om ons huis en de auto’s te bekijken. Zó oppervlakkig. Of mensen die wel met me wilden afspreken, maar alleen als ik betaalde. Want ‘ik had toch wel geld’. Terwijl ik altijd gewoon zakgeld heb gekregen en bijbaantjes had om extraatjes bij elkaar te werken. Ik hoefde echt niet m’n hand op te houden voor geld. Zo ben ik gelukkig niet opgevoed.
Nu ben ik bijna klaar met mijn studie en hier en daar heb ik wel een vriend of vriendin gemaakt, maar ik merk dat ik ze heel erg op afstand hou. Ik heb eigenlijk alleen maar nare ervaringen gehad met mensen toelaten. Ik kwam er dan toch achter dat het ze niet om mij ging, maar om m’n familie en het geld. Ze waren niet geïnteresseerd in mij. Ik hoop dat ik uiteindelijk mensen ontmoet die daar doorheen kunnen prikken of die het gewoonweg niet interesseert. Voor nu hou ik maar wijselijk m’n mond en zeg ik niets meer over mijn ouders en vooral niet over mijn vader. Eén Google Search verder en ze weten alweer genoeg.’
In deze ongewone tijd vroegen we mensen om hun eerlijke verhaal. Om anderen niet te kwetsen is de naam van Ann aangepast.