Real life: “Ik ben terug bij mijn ex maar mijn vriendinnen mogen het niet weten”
‘Ik ben dus terug bij Jasper. Jasper is een lang en ingewikkeld hoofdstuk in mijn leven. Hij is getrouwd. Ik weet het, vreselijk verhaal. Als je mij een jaar geleden had verteld dat ik een affaire zou krijgen met een getrouwde man, had ik je hard uitgelachen. Of ik was boos geworden. Want dat past zo niet bij het rechtschapen beeld dat ik van mezelf had. Maar afijn. Het is toch gebeurd.
De enige troost die ik heb is dat zijn vrouw het weet. We hebben zelfs een keer met z’n drieën afgesproken om de regels te bepalen. Hij slaapt een keer per week bij mij en we mogen elkaar nog een keer zien voor een lunch of etentje. Over bellen en appen hebben we niets afgesproken, want dat doen we natuurlijk wel elke dag. Ik geloof dat zijn vrouw ook andere mannen ziet, maar daar wil ik eigenlijk niet naar vragen. Ik vind het al rommelig genoeg allemaal.
Mijn vriendinnen vragen me elke dag wel wat ik nou toch met hem moet. ‘Hij neemt je mooiste jaren,’ zei mijn beste vriendin en daar heeft ze eigenlijk gelijk in. Waar iedereen om me heen iets aan het opbouwen is, geef ik mezelf aan iemand die nou niet bepaald de man is waarmee je wilt trouwen en bouwen. Want wat ik ook nog ben vergeten te zeggen is dat Jasper bij mij ook vreemd is gegaan. Aan twee vrouwen had hij dus niet genoeg. Ik heb geen enkel idee om met hem oud te worden en ook geen hoop dat hij bij mij zal veranderen. Het is een hongerig type, zal ik maar zeggen.
Maar weet je wat het is? Ik ben toch liever een beetje met hem dan helemaal alleen. De seks is goddelijk, want ja, als je maar een nacht per week tot je beschikking hebt, dan pak je uit. We plukken het moment samen, maken cocktails, draaien muziek, dansen door mijn kamer, hebben diepe gesprekken en heel lange, goede seks dus.
Man, wat heb ik gehuild toen hij me had bedrogen. Ik dacht toen namelijk nog wel dat er ooit een toekomst voor ons zou zijn. Mijn vriendinnen waren mijn geweldige vangnet. Avonden heb ik bij ze op de bank gezeten en uren hadden we het er over wat een ontzettende vieze vreemdganger hij toch was. Zonder hen had ik het echt niet gered, dat weet ik zeker. Liters wijn hebben we gedronken, kilo’s chocola op onze heupen gesmeerd. Alles voor de goede zaak: het helen van mijn hart.
Maar toen was daar dat appje. ‘Hoi’, stond er. Verder niets. Ik reageerde terug met een ‘hoi’. En nu zijn we weer terug bij af. Hij bij mij. Met dat verschil dat zijn vrouw het nu niet weet (die was misschien ook wel opgelucht dat het uit was) en dat ik het niet aan mijn vriendinnen durf te vertellen. Dus ik verzin laffe smoezen op de woensdagavond (want dan komt hij bij mij) om niet mee te gaan sporten en ik moffel alle bewijslast van zijn aanwezigheid spastisch weg vals hij is geweest. Een achtergebleven sok, overhemd of tandenborstel (dingen waar ik vroeger trots op was want hé, hij was een onderdeel van mijn leven) verwijder ik nu als een beroepscrimineel van de plaats delict.
Ik kan me een leven zonder Jasper niet voorstellen, maar nu ben ik niet alleen de minnares (wat ik afschuwelijk vind om te zijn), ik ben ook nog eens ontrouw aan mijn vriendinnen. Mijn leven is een afschuwelijke spagaat geworden, en dat allemaal door een man.’
In deze ongewone tijd vroegen we mensen om hun eerlijke verhaal. Om anderen niet te kwetsen zijn de namen aangepast.