Real Life: ‘Toen mijn relatie met mijn gymleraar mócht, had ik er geen zin meer in’
Genoeg vriendinnen die een oudere vriend hadden, maar dat was níet de gymleraar. Van het één kwam meer.
‘Ik zat in 4 havo en had nergens zin in. Kon niet wachten om dat godvergeten gat te verlaten. Niet dat ik nou ontzettende vastomlijnde ideeën had over mijn studie, maar op kamers gaan met mijn vriendinnen, vrij zijn, het kon me allemaal niet snel genoeg gaan. School vond ik gek genoeg niet stom. Al was het maar omdat het de plek was waar ik met mijn vriendinnen kon kletsen, hangen en in een tussenuur (waar we nog weleens een uurtje aan vastplakten) croissantjes kochten bij Délifrance. We vonden het echt ontzettend volwassen om daar een beetje te zitten. Jongens van mijn leeftijd vond ik niet interessant. Die vlassige snorretjes, de pukkels, armen en benen alsof het uitgerolde stukjes klei waren.’
Maarten was daar al in de eerste week van het nieuwe jaar. Hij was gymdocent en had net het CIOS afgerond. Hij was 24, ik 16. In alle vakken op school was ik een zesjesjager, maar gym, dat vond ik leuk. Ik fietste elke dag vijftien kilometer naar school (ik zei toch dat ik in godvergeten gat woonde?) en weer terug, en ik deed allemaal watersporten zoals surfen en waterskieën. Man, die bovenarmen van mij, daar kan ik nu jaren later nog wel eens met jaloezie naar kijken.
Maarten maakte een grapje over de absentielijst waar vier van de vijftien meisjes op stonden. ‘Allemaal ongesteld zeker?’ en ik lachte want ik kende de smoesjes van mijn vriendinnen. Hij ging verder: ‘Ik heb bij mijn stage echt heel bijzondere exemplaren meegemaakt, die waren drie keer per maand ongesteld, ongekend toch?’
Ik kon me niet voorstellen dat je gym wilde skippen, dat vond ik nou net de leukste uurtjes van de week. En sinds Maarten er was, kwam ik iets eerder en hielp ik altijd even met het opruimen van de dikke mat en de bok.
Het leek wel of hij altijd bruin was en ondanks het feit dat hij helemaal niet pronkte met zijn lichaam door bijvoorbeeld korte en strakke shirtjes te dragen, zag je zijn spieren door zijn hoodie heen.
Op vrijdag was hij op dezelfde tijd klaar als ik en kwamen we elkaar vaak tegen als hij naar zijn appartementje in het centrum fietste en ik richting café ging om het weekend in te luiden met mijn klasgenoten. Weken gebeurde er niets tot die ene vrijdag in mei. De vader van een vriendin van me had zelfmoord gepleegd en ik was daar zo kapot van dat ik huilend op de fiets zat. Maarten zag het en stelde voor om even de fietsen te parkeren en op een bankje te zitten. Mijn hoofd lag heel snel op zijn schouder en zijn arm zat natuurlijk om me heen. Het voelde niet als fout. Totaal niet. Dat had meneer Miselli van Frans ook kunnen doen. Toch? Daarna stuurde hij me een sms’je. Hoe het ging en dat hij het fijn vond om er voor me te zijn. Van het een kwam meer. Omdat ik me bewust was van de verboden component van een affaire met je docent, heb ik het mijn ouders verteld. Zij reageerden heel begripvol. Ik zou die zomer 17 worden en ja, er was natuurlijk een leeftijdsverschil en ik was officieel minderjarig, maar aan de andere kant had ik genoeg vriendinnen die een oudere vriend hadden. Alleen was dat dan niet de gymleraar.
Mijn ouders besloten de relatie goed te keuren want zij wisten ook wel dat je een pubermeisje niet tegen kunt houden. Ik geloof dat Estelle Cruijff ooit heeft gezegd: ‘Een vagina trekt meer dan tien paarden’ en dat is natuurlijk nogal recht voor z’n raap, maar ze heeft denk ik wel gelijk want ik wilde alleen maar bij Maarten zijn. Desnoods had ik die hele havo opgegeven en was ik met hem naar het buitenland gegaan. Ik was blij dat mijn ouders en ik de relatie hadden waarbinnen dit kon ontstaan. Dus op school was het een groot geheim, mijn beste twee vriendinnen wisten het en mijn ouders. Maarten mocht mee op vakantie, Maarten kwam eten, bleef slapen. Als positieve bijvangst ging ik stukken beter mijn best doen op school want een betere motivatie om snel te slagen was er niet.
‘s Avonds in bed fantaseerden we over de post-middelbareschooltijd. Ik keek naar opleidingen in de buurt en zou bij Maarten intrekken. We zouden onze liefde uitschreeuwen, van de daken en verder en Maarten noemde zelf het T-woord (trouwen!). Onze liefde was groot en dit, dit was de bedoeling.
Toen waren daar de eindfeesten. De huisfeesten bij vriendinnen met huizen met een zwembad. De verhalen over wie waar ging studeren en wie bij wie in een sudentenhuis gingen wonen. Ik deed niet echt mee aan de gesprekken, bang om mijn geheim te onthullen. Het verbaasde mensen wel dat ik niet ook naar Utrecht of Amsterdam wilde. Ik leek altijd zo’n grootstedelijk meisje.
Ik besloot pedagogiek te gaan studeren in ons provinciestadje. Alles waar ik zo naar had verlangd was nu de realiteit. Ik fietste naar mijn opleiding, wandelde met ons hondje (cadeautje van Maarten voor mijn eindexamen), deed boodschappen en wachtte op Maarten. ’s Avonds gingen we sporten, naar de film of bleven we lekker thuis. Ik verlangde er naar om mijn vriendinnen te zien in het weekend, maar ze bleven steeds vaker weg. Mijn moeder zei dat het glansje op mijn ogen weg leek en ik knapte. Ik hield van Maarten, intens, maar de S van spanning was veranderd in de S van saai en de V van verliefd werd de V van voorspelbaar.
Ik deed wat ik moest doen en brak zijn hart.
Maarten zie ik nog wel eens als ik mijn ouders bezoek en met mijn dochters de stad in ga. Hij heeft de liefde gelukkig hervonden, maar als hij mij ziet, kijkt hij de andere kant op.’
In deze ongewone tijd vroegen we mensen om hun eerlijke verhaal. Om anderen niet te kwetsen is de naam van Maarten aangepast.