Waarom ik verslaafd ben aan wandelen en het ook iets voor jou is
Mijn Fitbit zegt dat ik zondag 15.859 stappen zette. Waar ik bijna een beetje fanatiek van ga doen, want dan had ik best nog even die 141 stappen kunnen doen voor de 16.000. Maar om nou rondjes te lopen door mijn woonkamer om dat te halen? Ach, echt alle mensen met een stappenteller weten dat ik dat ook heus een keer heb gedaan. Maar naast die gezette stappen brengt het wandelen me meer.
Er zijn vrouwen in mijn omgeving die dit aantal stappen zet voordat ze de kinderen naar school brengen, wat ik natuurlijk bewonder, maar dat werkt bij mij effekes iets anders. Ik heb een zittend beroep, want probeer maar eens lopend te schrijven. Ik woon te ver van de redactie om het te fietsen, want dan moet ik 1:45 uur heen en weer 1:45 uur terug. Wat leuk is op een recreatieve en zonnige dag, maar eerlijk: hoeveel van die dagen hebben we in Nederland? Ik verplaats me dus vooral per auto. Het is dat mijn nieuwe huis een trap heeft, want er waren dagen in mijn leven en vorige gelijkvloerse appartement waarop mijn benen geen trap tegenkwamen. Ik moet dus bij gebrek aan kinderen en een wandelend beroep daadwerkelijk moeite doen om stappen te zetten, het gaat niet vanzelf.
’s Morgens wandel ik daarom nu minimaal wat normaal mijn reistijd is, wat neerkomt op minstens drie kwartier maar toch vaker een uur. Dat kan liggen aan mijn gebrekkige richtingsgevoel toen ik het bos grenzend aan mijn achtertuin wilde ontdekken. Sinds logeerhond Saar op bezoek is wandel ik ’s middags nog zeker zo’n veertig minuten. En dan ga ik ’s avonds ook nog even een blokje om. Het gebeurt me dus dat ik nog voor twaalf uur de 8000 stappen aantik. Wat me meer brengt dan een juichende stappenteller. Het kan zijn dat ik onder invloed misschien zelfs gezegd heb dat het Pieterpad of de Camino Santiago me wel wat lijkt om te doen.
Wandelen maakt gelukkig. Researchers aan de universiteit van Michigan toonden aan dat hiken happy maakt, omdat hetstress vermindert en het allemaal positieve emoties teweegbrengt. Ik weet niet hoe het met jou zit in deze quarantainetijd, maar ik ben vóór positieve emoties en kom maar door met die happiness.
Wandelen zorgt dat je verbranding omhoog gaat. Na vier weken thuis durfde ik eigenlijk niet op de weegschaal te staan, want: quarantainekilo’s. Ik at alles, ik dronk nog meer en ik telde in de tussentijd geen enkele calorie. Wat ik wel deed? Wandelen. Terwijl ik dacht dat ik minimaal drie kilo in de plus stond, was het in werkelijkheid drie gram in de min. Ik heb ’s avonds meteen een burger besteld om het te vieren.
Wandelen geeft die broodnodige vitamine D. Als je tussen 11:00 uur en 15:00 uur buiten komt, wat nu waarschijnlijk makkelijker is dan wanneer je de tijd op kantoor doorbrengt, dan neemt je huid vitamine D op. Dat is wat je nu juist wil, want het helpt verkoudheid voorkomen en gaat ontstekingen tegen. Lang verhaal kort: het maakt gezonder.
In mijn geval zorgt al dat wandelen er misschien zelfs voor dat ik straks weer een beetje normaal kan sporten, want die kilometers in de benen lijken er zelfs voor te zorgen dat mijn hernia zich terugtrekt en mijn rug zich herstelt. Een onderzoek van de universiteit van Tel Aviv toonde zelfs aan dat drie keer twintig tot veertig minuten wandelen per week net zo effectief werkt bij lage rugpijn als trainen met speciale apparaten. You had me at ‘speciale apparaten’, want dan is wandelen toch stukken simpeler.
Oké, ik moet gaan. Mijn horloge zegt dat ik nog maar 232 stappen hoef om het uur vol te maken. Mail me trouwens even als je er een wandelchallenge van wil maken: adeline@amayzine.com.