Beste mevrouw Kaag, dag Sigrid,
Trok u vanochtend ook voorzichtig een wenkbrauw op toen Fons Lambie zei dat u uw eerste debat er ‘zonder al te grote uitglijders’ vanaf had gebracht? Ik heb het debat aandachtig bekeken en heb geen uitglijder gezien. Ja, bij Geert Wilders, die u even heerlijk de oren waste: ‘Daar komt u weer met die zielige zwarte piet van u.’ Uiterst beschaafd, maar met een ruggengraat van beton. Wat zeg ik? Van staal. Een kleine uitglijder zou ik die van Jesse Klaver noemen, die even vergeten was wie de bondscoach van het Nederlands elftal is. Op zich niet erg hoor, want hé, hij is geen sportverslaggever, maar als je dan met voetbalmetaforen gaat dwepen, dan is het wel handig dat die in ieder geval op orde zijn. Dit was een ingestudeerd voorbeeld, dunkt me, dus de spin doctor van Klaver mag vandaag even in de hoek staan. Verder vond ik het prettig dat Klaver niet steeds de aanval koos, want dat zou te makkelijk zijn in deze tijd. Ik had gisteren het idee dat als Lilian Marijnissen de vraag gesteld kreeg wat haar lievelingskleur was, ze het antwoord alsnog zo wist te draaien dat Mark Rutte de schuld kreeg van alles wat er mis is in de wereld. Om maar te zwijgen over de kogelregen van Geert Wilders.
En dat, mevrouw Kaag, vond ik zo heerlijk aan u. U was geen getrainde debater in het politieke veld. U luisterde naar de boer die zei een andere oplossing te hebben voor het stikstofprobleem, u beloofde langs te komen (weliswaar na de verkiezingen, maar dat begrijp ik), u stelde dat het geen wedstrijd van gelijk hebben was, maar dat u het probleem samen wilde oplossen. U was op bepaalde punten nederig, u was rustig en ondanks het feit dat ik u soms even zag wiebelen op uw pumps zag ik een serene soevereiniteit. U bekeek de piste met de blik van een nieuwkomer, u had geen arsenaal aan trucjes in uw binnenzak. U luisterde, reageerde als politica en als moeder. Oké, als er één uitglijder te noemen was: u was niet de enige met vier kinderen in de arena. Wopke Hoekstra heeft er ook vier. Maar u was weer wel de enige moeder met vier kinderen, dus daarin had u alsnog gelijk.
Ik zal eerlijk zijn, mevrouw Kaag. Ik weet nog niet wie mijn stem krijgt en of ik uiteindelijk uw vakje rood zal kleuren, maar die douze points voor gisteravond, die gaan in een rechte lijn naar u.