Dit is wat alle Amsterdammers doen
Vriendinnen zonder kinderen beklagen zich wel eens over het feit dat iedereen een evangelisatiedouche over hen uitstort als het over kinderen gaat. Er volgt een pleidooi voor het hebben van kinderen en een requisitoir over het feit dat zij ze niet hebben of, nog erger, niet wíllen. En dan moeten we, tegen hun plan in, vertellen wat ze allemaal niet leuk vinden aan het hebben van kinderen en wel leuk vinden aan het niet hebben van kinderen en dan ontstaat er ineens een ongemakkelijke situatie.
Ik heb wel kinderen dus dit overkomt mij niet, maar ik woon niet in Amsterdam. En dat vinden Amsterdamse vrienden allemaal heel gek. Nou, ze begrijpen het best (want in Haarlem zijn de huizen nou eenmaal goedkoper en ruimer), maar ze weigeren te geloven dat ik Haarlem echt (ik durf het nu ook bijna niet te zeggen want dan staat het zo zwart op wit) leuker vind. Dus als ik het bijvoorbeeld heb over verhuizen, dan denken zij dat het naar Amsterdam verhuizen is. Kom erbij, kom erbij. En ik snap het: Amsterdam is geweldig. Hoe heerlijk is het als je je stokbrood haalt bij Le Fournil en je kaas bij L’Amuse en op weg naar de balletles van je kind langs het Conservatorium Hotel fietst. Je woont in het hart van het land. Maar er is meer dan Amsterdam. In Haarlem fiets ik naar het strand, ik zie minstens vier keer per week de zee en heb vier bossen en duinen waar ik uit kan kiezen om te lopen met de hond. Je kan hier de mooiste fietstochten maken (niet dat ik dat doe, maar het kan, het kán) en als je in Haarlem je sleutels verliest in het park, brengt iemand ze naar het gemeentehuis en hangt ze aan een prikbord. Kom daar maar eens om in de hoofdstad.
Dus ik voel me altijd een beetje ongemakkelijk bij de kom-toch-weer-naar-Amsterdam-opmerking. Het is een compliment want ze vinden het leuk als we weer in de buurt zouden komen wonen, maar tegelijk voel ik me een afvallige die een grotere liefde heeft gevonden. En misschien ook een beetje provinciaal, maar dat kan me lekker niks nakkes nada schelen.