Wat je herkent als je carnaval gigantisch mist
De vrijdag en maandag vind ik het leukst. Ik hou van die vrijdag, het is een soort geheime avond waar alleen insiders van weten. En dan op maandag, als je denkt dat je niet meer kan maar ineens tot diep in de nacht op straat staat te dansen. Onder begeleiding van een dweilband waar bij de blazers het ammezuur niet meer helemaal je van het is, maar wat maakt het uit. Je hebt hier met een fanatiekeling te maken. Als het op carnaval (of vastenavend, zoals ze het in Bergen op Zoom noemen) aankomt heb ik een dood-of-de-gladiolen-mentaliteit. Ik vier het vier weken lang, elk weekend en alle dagen zonder gas terug te nemen.
Ik mis het. Maar ik mis het echt enorm. En dit herken je als je het ook mist.
1. Om te beginnen: de verschraalde bierlucht. Die geur waarvan je dacht dat je ‘m nooit zou missen. Die mis ik dus zelfs.
2. De selfie op dinsdag, om aan je collega’s te bewijzen dat je drie lagen foundation nodig hebt om toonbaar te zijn. Dit is een beetje hetzelfde als de laatste kilometers bij een marathon: die doe je op wilskracht.
3. Die routine. Sta je jezelf in het eerste voorweekend (ik vier het dus vier weken) nog een uur om te kleden, die laatste dagen breek je record op record om maar geen seconde te hoeven missen.
4. Het dansen op straat en dat band na band zich aansluit, waardoor het ineens een afterparty blijkt te zijn. Die ongepland was, maar daarom des te heerlijker.
5. Ik vraag me trouwens al de hele maand af waar ik het normaal van betaal, want ik hou nog steeds geen euro over. Het kan zijn dat het in de verfpotten zit, want verf is ook gewoon takkeduur. Net als carnaval vieren.
6. Het fooitje dat je nog steeds krijgt van je vader en moeder. Niet omdat je het nodig hebt, maar omdat het gewoon zo hoort.
7. Ben ik op zondag nog verdrietig, omdat het over twee dagen klaar is. Als ik op dinsdag op de Grote Markt sta ben ik dankbaar, omdat ik wel een rustdagje kan gebruiken. Al zou ik die vrijdag daarna best wel weer kunnen.
8. De blijdschap als je nog wat losse bonnen vindt, als je al je geld opgedronken hebt.
9. De schone wc inclusief wc-papier. Het is een zeldzaamheid, maar ik mis het gevoel van ineens zo’n propere ruimte vinden.
10. Mijn van-overal-vrienden, die terug naar huis komen om het samen te vieren. Met de ene dag een heel mooi gesprek, dat je niet zomaar hebt op een avond bijkletsen, en de middag daarna een ren-je-rot van kroeg naar kroeg.
11. Ik hoor mensen altijd klagen over die eindeloos lange januari en monsterlijke februari. Dat begreep ik nooit, tot nu.
12. Vol overgave een broodje kroket eten in het kozijn buiten bij snackbar Het Singeltje of aan een tafel bij broodjeszaak Het Vierde.
13. Die paar uur tussen het ontbijt en twee uur ’s middags, waarop je niets hoeft van jezelf en gewoon slechte Netflix-films mag kijken. Ineens begrijp je hoe rustgevend die zijn.
14. Ik mis het totaal niet tegen Schrobbelèr kunnen, maar het toch elk jaar een avondje drinken waarbij ik altijd zeg: tot morgen. Iedereen weet hoe slecht dit afloopt en toch vinden ze het geinig. Apart.
15. Of dat je ineens in je jas of een tas een verdwaald twintigje vindt. Je doet nooit aan contant, maar dan wel.
16. En dat je een vrouw in nood bij de wc helpt aan zakdoekjes, omdat ze die vergeten is. Eigenlijk zijn jullie allemaal zusters.
17. Dat mis ik nog het meest. Het samen vieren, samen dansen, samen zijn en alles even samen vergeten.
Kan niet wachten tot de hele bende met 11-11 gevaccineerd is. Dat gaat me een avond worden.