5 dingen die supermarktmedewerkers heel irritant vinden
Zeg wijn, snacks of haute cuisine en de smulpapen van online foodmagazine FavorFlav weten waar te drinken, hoe het te eten en wat te koken. Dit keer serveren onze cheffies je: 5 dingen die supermarktmedewerkers heel irritant vinden.
Waarschijnlijk bedoel je het goed, maar met deze vijf gewoontes in de supermarkt kun je beter stoppen. Waarom? Het is bloedirritant, daarom.
Sommige mensen doen hun boodschappen zo efficiënt, ze zitten alweer op de fiets voordat iemand heeft gemerkt dat ze in de supermarkt waren. Supermarktninja’s zou je ze kunnen noemen: snel en geruisloos. En aan de andere kant heb je mensen die hun boodschappenrondje zien als een individuele uiting van hun unieke persoonlijkheid. En hoe noem je die mensen? Irritant. Herken je je eigen gedrag in een van deze vijf punten, hou er dan direct mee op.
#1: Je deelt tips en recepten uit
Wat kun jij geweldig koken! En die kunst deel je graag met iedereen om je heen. Mensen thuis zijn al helemaal klaar met jouw Masterchef-achtige feedback op alles wat op tafel komt, van speculaas tot stamppot rode biet, maar voorbij je voordeur begint een hele wereld die snakt naar jouw wijsheid. Denk je. Daarom spreek je mensen aan die je verbaasd ziet kijken naar een knolselderij en je vertelt ze over jouw weergaloos lekkere knolselderij met rozemarijn en salie, wat je allemaal met een cantaloupe kunt doen en wat er altijd fout gaat met geroosterde groente. Even op de rem: vroeg iemand naar je mening? Hebben ze je hulp nodig? Eigenlijk niet, dus laat dat ongevraagde advies maar zitten.
#2: Je ethisch kompas is overstuur
Zelf let je altijd heel goed op wat je koopt en wat juist niet. Producten die niet fairtrade zijn laat je lekker in de winkel liggen. En eieren uit een legbatterij? Alsjeblieft niet, je weet precies hoe die kippen erbij zitten. Als je iemand een jerrycan melk in zijn karretje ziet zitten en een paar pakken kiloknallergehakt, kun je het niet laten om ze er even fijntjes op te wijzen dat ze met die aankoop bijdragen aan dierenleed en de teloorgang van Moeder Aarde. Ook weet je precies waar het schap met de reformvoeding staat en welke lokale producten in deze super te koop zijn. Je hebt vast gelijk, maar dat betweterige gedrag is blaartrekkend, dus hou er maar mee op. Als kritische consument kun je je misschien beter toeleggen op het tikken van recensies op internet of een undercoverklusje voor de Consumentenbond.
#3: Het beurtbalkje is jouw verantwoordelijkheid
Iemand legt zijn boodschappen op de band, maar het beurtbalkje – je weet wel, dat driehoekige ding om je boodschappen van die van de buren te scheiden – ligt er nog niet. Weet je wat, je leunt even over de kar van je voorganger en je zet het balkje neer, zodat jij kunt beginnen met het uitladen van je spullen. Graag gedaan! Eh, nee, want die zak kattengrind die in het winkelwagentje van nummer één lag, zag je over het hoofd. En ook de breekbare spullen moeten ze nog neerleggen op de lopende band. Wat je op deze manier doet is andere mensen opjagen tot jouw hyperactieve tempo. Relax, laat dat balkje met rust en geef andere mensen de tijd om rustig hun boodschappen uit te stallen.
#4: Even de rotzooi opruimen
Niet om aan te zien: dat rek met folders en gratis tijdschriften is een bende. En alle boodschappentassen liggen door elkaar. Je grijpt in, je legt alle folders en plakboekjes op nette stapels, sorteert de lege dozen ook meteen even en gooit de overgebleven kassabonnetjes weg. Ho maar Truus de Mier, want door jouw gedoe geef je de caissière het gevoel dat ze in een varkensstal heeft gewerkt tot jij langs wilde komen om orde op zaken te stellen. Goed bezig! En nee, het prikbord met de advertentiebriefjes hoef je ook op te knappen, en laat die krantenstandaard met rust. Wat is er met jou aan de hand, beetje neurotisch?
#5: Alstublieft, een karretje!
Je ziet zo’n puber in zijn supermarktshirtje met een lange sliert winkelwagentjes van de parkeerplaats naar de draaideur rijden en je denkt: ik geef ‘m meteen even mijn karretje zodat hij niet nog een keer naar de parkeerplaats hoeft, aardig toch? Maar zo’n rijdende trein van karretjes heeft geen rem, bij de karretjesjongen loopt het zweet al in stralen tussen zijn schouderbladen en dan moet hij ook nog ‘dankjewel’ tegen jou zeggen. Doe maar niet, zet het karretje netjes op de verzamelplek op de parkeerplaats en laat die mensen rustig hun werk doen.