Millennial issues #346: “Ik voel me een beetje gepiepeld met vaccineren”
Je weet zeker dat je in tijden van een pandemie leeft als je buiten zinnen van enthousiasme raakt van een verkorte prikinterval. Het is dat ik zaterdag in quarantaine zat, anders was ik op een holletje richting de GGD gegaan.
Vorige week ging de tijd tussen het prikken naar beneden. Wie een afspraak maakte hoefde ineens maar 21 dagen op een tweede shot van een vaccin te wachten in plaats van de voorgeschreven 35 dagen. Nieuws waar mijn wetenschapshart een stevige sprong van maakte, ware het niet dat ik dus helemaal niet eerder aan de beurt was. En daar was mijn vaccinatie-fomo weer.
Eerst had ik dus vacci-fomo, omdat de hele wereld voorrang kreeg vanwege een medische indicatie, waar ze vaak zelf niet van op de hoogte waren. Vervolgens moest ik nog een weekend wachten, omdat de AstraZeneca-weigeraars ineens tussendoor mochten. Tot slot zat ik klaar alsof ik kaartjes voor Beyoncé ging bestellen en klapte de site eruit. En nu? Nu moet ik netjes op mijn beurt wachten en daar ben ik als millennial natuurlijk heel slecht in. We raken al van slag als de havermelk in de hoofdstad op dreigt te raken, dus neem het ons niet kwalijk.
Even leek het er dit weekend op dat het toch zover was. Een paar pientere slimmeriken kregen in de gaten dat de GGD vlijtig Pfizer-overschot aan het wegprikken was. Iedereen met een geel vaccinatieboekje binnen handbereik zette het gemondkapt en al op een lopen richting de dichtstbijzijnde priklocatie voor dat laatste prikkie. Tot alle millennials het in de smiezen kregen en de GGD het tussendoor prikken maar weer snel staakte. Millennials weten het ook altijd flink voor zichzelf te verbruien, ja.
Overal waar ik online een beetje extra info probeer te krijgen staat: ons nie bellen. De GGD kan je afspraak niet vervroegen, je moet gewoon op je beurt wachten. En ineens voel ik me weer vier jaar in de kleuterklas van juffrouw Andrina. Ik die op mijn beurt moet wachten voor een lolly, maar dat niet zo goed kan. Willen voordringen en toch betrapt worden, dat werk. Of mijn moeder die zei dat ik echt moest gaan slapen, omdat ik morgen pas jarig was en ik anders geen cadeautje kreeg.
Misschien dat ik maar doe wat mijn moeder altijd zei. Nog negen nachtjes slapen, dan mag ik ‘m halen. Hulde aan de wetenschap. En thank god dat we al zo snel mogen, want dat is op sommige plaatsen ter wereld wel anders.
PS: Nog wat tips voor als je prikangst hebt.