Om heel eerlijk te zijn wist ik niet zo goed wat ik. moest verwachten van Bonaire. Ja oké: het is er zonnig, maar verder had ik me niet echt ingelezen — wat ik normaal wel doe. Ik had dus absoluut geen idee hoe groot het er bijvoorbeeld is (heel klein), of het er überhaupt mooi is (absoluut) en of je er paradijselijke hotels hebt. En dat laatste kan ik nu ook bevestigen, want ik sliep bij Harbour Village en dat is me toch genieten daar.
De naam zegt het al een beetje: het hotel is opgezet alsof het een soort dorpje is. Heel leuk, want elk ‘straatje’ kamers heeft ook een straatnaam. Bonaire kent geen massale hotels, dit is één van de grotere op het eiland. Maar dan nog voelt het heel knus aan: alle verschillende gebouwen hebben twee verdiepingen en het is omringd door palmbomen. Harbour Village heeft als kers op de taart ook nog eens een privéstrand.
En dat privéstrand is serieus één van de mooiste stranden die ik tijdens m’n verblijf heb gezien. Je ziet megaveel mensen die er snorkelen, maar als ik eerlijk ben heb ik de meeste tijd in één van de hangmatten gelegen. Tegen alle (vooral die van mij) verwachtingen in heb ik er zelfs de gym bezocht, die ook lekker ruim is.
Harbour Village heeft ook een restaurant aan dat privéstrand, waarvandaan je uitkijkt over het water en regelmatig de watertaxi’s richting Klein Bonaire ziet varen. Een paradijsje op het paradijselijke Bonaire.