Uitspraken van supermarktklanten die echt heel apart zijn
Zeg wijn, snacks of haute cuisine en de smulpapen van online foodmagazine FavorFlav weten waar te drinken, hoe het te eten en wat te koken. Dit keer serveren onze cheffies je: uitspraken van supermarktklanten die echt heel apart zijn.
Op Facebook blijven jullie losgaan over bizarre uitspraken van supermarktklanten. Ze zijn weer te mooi om te laten liggen, deze pareltjes.
Voor in je plakboek
Heel wat opmerkingen komen er op de vraag ‘Wilt u de bon mee?’ Samantha blijft ze maar horen, op een drukke werkdag, variërend van: ‘Nee, hang die maar boven je bed’ tot: ‘Nee, hou maar voor in je plakboek’. Samantha: ‘Gewoon een volwassen man of vrouw die dit zegt, hè…’ Vermoeiend, vindt ook Anne. Op dezelfde vraag krijgt zij bijvoorbeeld te horen: ‘Kan ik het dan terug brengen als het op is?’ Belegen grapjes, vinden de dames. Maar altijd nog beter dan van die zuurpruimen aan je kassa; Wilma weet er alles van. Een vaste klant kwam vaak aan de kassa bij Wilma. En altijd als zij de vraag stelde ‘Wil je de bon mee?’ antwoordde deze klant met: ‘Nee, die heb ik al genoeg gekregen in mijn leven’.
VERS stokbrood?
Janneke: ‘Klanten die vragen of we op zondag ook vers stokbrood hebben.’ Ze moet daar altijd om lachen, maar denkt dan in zichzelf: alsof ovens op zondag vrij zijn…
Moederdagactie
Niet alleen in de supermarkt is het bal. Greetje was blij dat ze na drie maanden dicht te zijn geweest weer aan de bak kon. En dan vraagt de eerste beste klant in de kapsalon: ‘Doe je dit jaar de moederdagactie weer?’ Uhm, ik heb maanden niets kunnen verdienen, wat denk je zelf?
1+1?
1+1 gratis, wie is er niet dol op? Maar er zijn dus klanten die vaak een van de twee artikelen in de winkelkar laten staan en dit niet melden. Claudie moet dan vervolgens vragen: ‘Oh meneer, heeft u hier twee van?’ en dan krijg je dus als antwoord van de klant: ‘Ja, maar die is gratis hoor.’ Claudie: ‘Leuk voor u en gelukkig weet de kassa dat ook, maar niet scannen wordt gezien als diefstal en zo kloppen de voorraden niet meer.’
Iets té persoonlijk…
Margot maakt ook veel mee. Ze werkt namelijk in dezelfde wijk in de thuiszorg als achter de kassa bij de supermarkt. En dan krijg je mensen die je kent van de thuiszorg en aan je kassa met iets té persoonlijke verhalen en vragen komen. ‘HALLO, vandaag ben ik geen zuster maar caissière!’
Schoonmaakster on fire
Heel irritant dat schoonmaaksters van de supermarkt als onwetend worden beschouwd, vindt Heidi. Voorbeeld: een klant die aan Heidi vraagt of zij haar misschien kan helpen. Heidi helpt graag, dus hup, de poetsdoek wordt snel opzij gelegd. Maar dan zegt de klant doodleuk: ‘Oh, ik denk niet dat jij het weet, want jij bent de schoonmaakster.’ Dom, volgens Heidi: ‘Onderschat een schoonmaakster nooit, een schoonmaakster weet beter waar alles ligt dan menig supermarktmedewerker.’
Vergeten te scannen
Een plastic tasje niet scannen, ach ja, maar een krat bier op de kar laten staan en dat niet zeggen, daar vindt Angelina dus wat van. Ze zegt niets maar slaat het krat dan als eerste aan op de kassa. En ze geeft expres het bonnetje aan de klant mee. Angelina: ‘En dan zie je de klanten heel vlug weglopen en naar het bonnetje kijken. Ze stoppen nog net niet, als ze zien dat het krat bier wel is aangeslagen…’
HALLO?
Agnes werkte jaren bij de Bijenkorf en kreeg iets te vaak de vraag: ‘Hallo, hoort u hierbij?’ Een collega van Agnes zei dan tegen de desbetreffende klant: ‘HALLO is met vakantie’. Haha, een héle flauwe, maar we snappen het punt.