10 x wat je herkent als je een oudere broer hebt

Samen met mijn broer ben ik door Mexico aan het reizen. Als je ons dit tien jaar geleden verteld zou hebben, dan zouden we het beiden niet hebben geloofd. Niet omdat ik niet met mijn broer op vakantie wil, maar omdat ik niet had verwacht dat mijn broer zin zou hebben om met zijn ‘kleine’ zusje op pad te gaan. Maar niets is minder waar, want we zijn een maand weg samen en dat is best een lange tijd. We hebben het gelukkig zo goed met elkaar, het is echt bijzonder om met je grote broer de wereld te verkennen. Inmiddels ben ik natuurlijk ook niet meer zo irritant en klein, en zóveel scheelt drie jaar nou ook weer niet. Hieronder noem ik tien dingen die je herkent als je ook een oudere broer hebt.

1. Je bent en blijft het ‘kleine zusje van’

Het maakt niet uit hoe oud je bent, je wordt altijd gezien als het kleine zusje van. Ook je broer zal je altijd blijven zien als ‘klein’ zusje. Ik geloof niet dat ik daar moeite mee heb, ik vind het juist wel iets liefs hebben. Mijn broer zal voor mij ook altijd mijn ‘grote’ broer blijven.

2. Je wordt altijd beschermd

Je grote broer beschermt je altijd waar nodig: of het nou in een discussie is of fysiek, met je broer aan je zijde ben je altijd veilig. Geen kwaad woord over zijn kleine zusje. Dat is pas fijn.

3. Vroeger was je vervelend

Als jonger zusje ben je nou eenmaal vervelend en ongewenst. Vaak word je als jongste door je ouders in bescherming genomen, tot grote ergernis van je broer. Als klein zusje ben je daarbij alleen maar aan het ‘janken’ en stel je je aan. Je krijgt dan ook altijd je zin; nog een groot irritatiepuntje.

4. Je wordt verliefd op vrienden van je broer

Mijn eerste vriendje was een goede vriend van mijn broer. Nou, die relatie heeft wel voor de nodige ophef gezorgd. Dat kon dus absoluut niet, volgens mijn broer. Zijn vrienden moesten van zijn kleine zusje afblijven en ik mocht geen aandacht zoeken bij zijn vrienden. Dat deed ik uiteraard wel, want hoe cool was het dat er vaak grote en oudere mannen over de vloer kwamen? Ik wilde er altijd even bij zitten, maar vaak mocht dat niet en moest ik afdruipen naar m’n eigen kamer.

5. Hij geeft je advies

Als ik ergens mee zit, kan ik altijd bij mijn broer terecht. Hij biedt me vaak een luisterend oor en geeft me vervolgens precies de reactie waar ik op hoopte. Ook voor knuffels draait hij zijn hand niet om, iets dat ik vroeger wel kon vergeten. Ik denk dat het voor veel mensen geldt dat naarmate je ouder wordt, de band hechter wordt en je elkaar steeds beter begrijpt.

6. Je deelt dezelfde humor

Mijn broer en ik delen exact dezelfde humor en maken onderling veel grapjes die alleen wij begrijpen. Ik lach me deze vakantie elke dag rot en dat is echt om de stomste dingen. Alles vinden we grappig, tot aan het kinderlijke toe. Deze humor delen wij overigens wel al van jongs af aan.

7. Je stoeit met elkaar 

Stoeien met je broer, dat is toch wel iets blijvends. Of elkaar op de rug slaan of een harde aai over de bol. Vroeger ging dat vaak gepaard met veel gejank, maar tegenwoordig is het een manier van elkaar begroeten. Het zijn liefdevolle klapjes.

8. Alles is een wedstrijd

Onderling met je broer is alles een wedstrijd. Wie het eerste ergens aankomt, wie de afstandsbediening mag gebruiken, wie er gelijk heeft in discussies en ga zo maar even door. Alles móet gewonnen worden, dus tijdens een potje 30 Seconds wordt er flink naar elkaar geschreeuwd. Degene die wint wordt trouwens ook altijd verdacht op valsspelen.

9. Je werd en wordt nog steeds geplaagd 

Als klein zusje zal je altijd het doelwit blijven van je grote broer. Dacht je vroeger lekker rustig buiten te spelen, kreeg je ineens een voetbal tegen je kop geschoten. En hoe vaak ik wel niet wakker heb gelegen vanwege de engste griezelverhalen van mijn broer, echt ontelbaar vaak. Goed, inmiddels ben je het dus wel gewend de pineut te zijn. Daarbij is het gepest inmiddels overgegaan in geplaag en dat is toch een stuk prettiger.

10. Je leert alles over videogames, voetballen, Pokémonkaarten en horrorfilms  

Door een oudere broer leer je gamen, voetballen, verzamel je Pokémonkaarten en kijk je op veel te jonge leeftijd naar de meest nare horrorfilms. Dat laatste gebeurt natuurlijk stiekem, ik mocht dit namelijk nooit aan mijn ouders vertellen, want dan was ik een klikspaan.