Het allerliefste verhaal van Jan Rot
Miljoenen mensen kijken elke dag naar De Slimste, van jong (mijn negenjarige dochter vindt het enig) tot oud (mijn ouders zijn fan). De succesformule? Je kunt meedoen, het is overzichtelijk, los van kennis komen toch ook bepaalde karaktertrekjes van kandidaten naar voren (dat nét even onder het aantal seconden van de ander zakken in de finale bijvoorbeeld), en hoe beroemd je ook bent, je zit daar toch een beetje in je blootje. Want vangnetten, die zijn er niet en je valt zomaar genadeloos door de mand.
Dit jaar was Jacob Derwig een absolute koning qua kennis. Maar om nou te zeggen dat ik hem in zeven afleveringen beter, of zelfs maar een beetje heb leren kennen? Mwah. Dat was anders met Jan Rot. Daar zat ineens een magere man in een stevige schipperstrui met een flinke bril en een beetje opgetrokken alsof hij voor de haard zat met de biografie van Lyndon Johnson op de linkerstoel. Alles wist hij. Met een zekerheid als een Zwitsers horloge. Fiep Westendorp hoorde bij Jip en Janneke, Noraly Beyer bij Joost Prinsen. Waar de anderen stokten, tikte hij de bal in het net. Trefzeker. Hij was hier om te winnen, maar dan wel op de vriendelijkst denkbare manier. Alleen van Lionel Messi had hj nooit gehoord. Ik denk dat het sportkatern in huize Rot standaard in de kattenbak belandt.
Ik was gefascineerd door Jan Rot, want ik kende hem van vroeger. Een beetje. Als zanger, hertaler van de Matthäus Passion. Maar niet echt.
Philip Freriks maakte een opmerking die me triggerde. ‘Jouw chemobrein ligt je nog niet heel erg in de weg.’ Vandaar dat iets te fragiele gestalte, vandaar misschien ook die zekerheid, die rust.
Maar het verhaal wordt nog mooier. Ooit deed Jan Rot mee aan De Slimste. Hij zat in de finale met Arjen Lubach. Aan het einde hadden ze allebei 42 seconden, dus wie begon nou als eerste? De opnames werden stilgelegd. Ja, toen werden programma’s nog stilgelegd vanwege een gelijke secondestand en niet vanwege serieel grensoverschrijdend gedrag. De jury besloot, vraag me niet waarom, dat Arjen Lubach als eerste mocht starten en hij won dus.
Dat knaagde aan Jan Rot. Jaren en jaren. Dus toen hij Philip Freriks eens tegenkwam opperde hij of niet nog eens een poging tot revanche mocht nemen. Nee, schudde Freriks principieel het hoofd. Je mag maar één keer in je leven meedoen met De Slimste Mens. ‘Maar als het nou je laatste wens is omdat je niet lang meer te leven hebt?’ Hij had er vast zijn hoofd een beetje schuin bij gekanteld.
Dus daar zat hij, zeker en kwetsbaar. Wij zijn vanaf nu ontzettend team Jan Rot. En niet omdat hij ziek is, maar omdat hij zo leuk is.
Credits fotograaf: KRO-NCRV