Waarom je Wolf de film wil zien
Vraag een regisseur wat het lastigst is om mee te werken en hij zal antwoorden: ‘Kinderen en dieren.’ Regisseur Cees van Kempen en producent Sander Emmering zullen een ander antwoord op je vraag geven: ‘Wolven.’
Vijf lange jaren filmden ze, of deden ze een poging tot het filmen van de wolf in Nederland. Weken kamperen in een camouflagetent, een camera beplakt met bladeren, kijkend naar de wind en naar de raven. Want waar een raaf is is een wolf, zo weet ik nu.
Na weken niet beet te hebben kreeg regisseur Cees van Kempen een telefoontje van zijn vaste cameraman. ‘Ik heb het! Het shot waar je op wacht.’ Al jaren filmden ze de kleine wolvenpups die likten aan de spoorrails. Omdat de smaak van ijzer op bloed lijkt, diende de rails als een lolly voor wolvenkinderen. Maar alleen beelden van likkende wolvenkinderen maken geen verhaal. De film Wolf is juist zo onderscheidend omdat het niet alleen registreert zoals veel natuurdocumentaires, maar ook regisseert. Daarom hebben ze zelfs creatief adviseur Maarten Treurniet in de arm genomen die niets weet van wolven (inmiddels wel, vermoed ik), maar alles van het vertellen van een verhaal. Knappe kop die een fotolijstje op de schouw van zijn open haard kan zetten, want die staat tjokkievol met prijzen voor de films die hij regisseerde (De Passievrucht, De Heineken Ontvoering).
Hij zorgt ervoor dat de film verhaaltjes kan uitserveren, dus er was een scène nodig. Maar laat een wolf vinden al een klus zijn die zomaar een maand kan duren, hem dan iets laten doen wat jou een verhaaltje oplevert is ongeveer net zo onmogelijk als je vliegtuig halen op Schiphol en je koffer op tijd van de bagageband zien rollen. Dus dat telefoontje van die cameraman was het startsignaal om die gekoelde fles Krug open te trekken. Hij had gefilmd dat een trein over de rails rijdt en de wolvenkinderen een voor een wegvluchten voor dit vreemde gevaar.
En dit is tekenend voor de detailliefde rond Wolf. Elk shot (ik zag de wimpers van de wolven en weet nu dat de eerste helft blond en de onderste donker is) is met zoveel liefde gefilmd en zo haarscherp, de muziek (speciaal gecomponeerd) en de montage als een dans uitgerold over de beelden en dat alles bedekt met een deken van mooie woorden toegesproken door Matthijs van Nieuwkerk.
Mij niet in slaap laten vallen tijdens een bioscoopfilm is best knap. Om dat te laten lukken tijdens een natuurfilm op een maandagavond na een druk weekend: uitzonderlijk. Me te laten lachen, huilen en verwonderen: uniek. Regisseur Cees van Kempen is bij deze mijn nieuwe Hans Klok; bij alles wat hij met Wolf laat zien denk ik: maar hóe?
Wolf draait vanaf donderdag in meer dan 120 bioscopen door het hele land.