Deze 25 opmerkingen maakt iedere oma

Met mijn oma kan ik uren aan de telefoon hangen. Vaak zitten we te ouwehoeren over de grootste onzin, maar ik kan haar ook altijd om advies vragen. Oma’s lopen tenslotte al lang rond op deze wereld en begrijpen meer dan je denkt. Toen ik laatst mijn oma aan de lijn had vertelde ze over een ruzie die ze recentelijk met mijn opa had. Ze vond hem zó vervelend dat het haar een goed idee leek om hem buiten te sluiten, waarna hij heel braaf een rondje heeft gelopen en bloemen voor haar kocht. Toen ze het boeket zag mocht hij weer het huis in. Hoe komisch is dat? Ik moest hier zo hard om lachen; ik zag het al helemaal voor me, twee van die lieve mopperende oudjes. Kleine koningin, die oma van mij.

Die grappige oma’s kunnen ons de oren van het hoofd kletsen. Of het nu gaat over de nieuwe buurman of over vroeger, ze hebben altijd wel iets te vertellen. De volgende opmerkingen zullen je vast bekend voorkomen:

1.  ‘Ik ben ook jong geweest, hè?’

2.  ‘Deze week heb ik het toch zo ontzettend druk. Vandaag krijgen we de buren op bezoek, morgen komen vrienden langs en dit weekend heb ik ook nog eens de verjaardag van Helga.’

3. ‘Waar blijft de tijd?’

4.  ‘Ach kind, toen ik jouw leeftijd had…’

5. ‘Laat dat je moeder maar niet horen.’

6. ‘Het lijkt wel alsof iedereen uit elkaar gaat.’

7. ‘Dat was in mijn tijd heel anders, hoor.’

8. ‘De jeugd van tegenwoordig…’

9. ‘Wij deden vroeger alles gewoon te voet.’

10. ‘Hoe is het met de verkering?’

11. ‘Is hij wel een beetje goed voor je?’

12. ‘Ik vind die nieuwe vriend van je zus maar niks.’

13. ‘Kind, wat word je toch verstandig!’

14. ‘Ik heb dus een vriendin en de zoon van de moeder van haar nicht gaat binnenkort trouwen. Leuk hè?’

15. ‘Is die broek kapot of hoort dat zo?’

16. ‘Je ziet wat witjes, kind. Slaap je wel goed?’

17. ‘Kan je mij nog één keer uitleggen hoe dat appen werkt?’

18. ‘Je zal het vast wel heel druk hebben.’

19. ‘Neem nog een lekker puntje slagroomtaart.’

20. ‘Heb je wel genoeg gegeten?’

21. ‘Die kleding die jij draagt had ik vroeger ook.’

22. ‘Ik begrijp jouw ouders niet altijd, hoor.’

23. ‘Wat word je toch een mooie, volwassen vrouw.’

24. ‘Wel aan kinderen beginnen, hoor.’

25. ‘Ieder huisje heeft zijn kruisje.’