8 x verschillende types in restaurants

We mogen alweer even genieten van de horeca tot tien uur, maar vanaf vrijdag wordt het leven nóg mooier, want dan mogen we tot één uur ’s nachts blijven hangen. Gelukkiger kun je mij niet krijgen. Nog veel liever dan in een club, zit ik op mijn vrijdagavond op het terras, onder de heaters, met heel veel eten en drinken. De mensen uit horeca zijn natuurlijk dolblij hiermee, maar zullen sommige van onderstaande typetjes niet erg gemist hebben.

1. Het type dat overal friet bij wil 

Of ik nou een salade bestel of een oosters gerecht, er moet gewoon friet bij. Helaas ben ik dit type dus zelf. Ik eet nog steeds zoals een kind van tien, dus hoop ik stiekem altijd op frietjes, maar aardappeltjes vind ik ook prima. ‘Hebben jullie ook iets van friet’, hoor ik mezelf altijd vragen, zelfs als het helemaal niet op de kaart staat. Alsof ze speciaal voor mij ergens nog een zak friet hebben liggen die ze wel even in de frituur kunnen gooien. Maar goed: nee heb je, ja kun je krijgen.

2. Het klagerige type dat alles terug de keuken instuurt

Dit zijn wel echt de allervervelendste mensen. Vaak hoor je dat al bij de manier waarop ze bestellen: ze doen er enorm lang over, stellen honderd ingewikkelde vragen en lijken eigenlijk al vanaf het eerste moment niet enthousiast over het menu. Wanneer hun gerecht uiteindelijk op tafel staat, zien ze vaak meteen al dat ze het waarschijnlijk niet lekker vinden. Het wordt daarom op voorhand al teruggestuurd óf nog erger: het wordt helemaal opgegeten, om vervolgens alsnog te klagen, vaak met een: ‘Dit is toch niet helemaal wat we er van hadden verwacht.’ Daarbij vinden ze het negen van de tien keer ook veel te lang duren allemaal. En alsof dat allemaal nog niet vervelend genoeg is, wil dit type graag een passende oplossing voor dit grote probleem, liefst een dessert van het huis.

3. Het jolige en luidruchtige type

Bij aankomst weet je al dat dit type zich na een paar glazen wijn waarschijnlijk een tikkeltje irritant zal gedragen. Ik denk toch wel echt meteen aan een man, die vaak ook nog heel foute opmerkingen maakt naar het personeel. Of de serveerster ook even een glaasje mee wil drinken. Later op de avond komt de vraag of de muziek misschien iets harder mag. Het gepraat is inmiddels overgegaan in geschreeuw en het hele restaurant ergert zich aan de desbetreffende tafel. Laten we het er maar op houden dat dit een vorm van enthousiasme is. Vaak geven deze jolige types wel een flinke fooi, omdat ze de avond van hun leven hebben gehad.

4. Het type met 101 allergieën en dieetwensen

Vegetarische opties zijn er tegenwoordig genoeg, maar je hebt van die mensen die eigenlijk vrijwel niets kunnen eten, in verband met allergieën en speciale dieetwensen. Daar is natuurlijk niets mis mee, je moet vooral eten waar je gelukkig van wordt, maar je kan niet verwachten dat elk restaurant zich daarop aanpast. Vaak wordt de hele menukaart doorgespit met de bediening en is dit type vervolgens zwaar teleurgesteld vanwege het feit dat enkel de side salad een geschikte optie is.

5. Het type dat niks anders gewend is

Dit type eet het liefst elke dag Hollandse kost. Ook daar is niets mis mee, maar alle opties op het restaurantmenu die hier ook maar een beetje van afwijken zijn wel héél raar of bijzonder. Dit wordt dan ook hardop uitgesproken naar het personeel toe, dat vaak midden in het praatje zit over de gerechten. Al die deftige termen, daar moeten ze maar om lachen of ze vinden het vies. Kijk, als ik in een sterrenrestaurant te horen krijg dat de volgende gang een stel hersenen is, dan schrik ik natuurlijk ook wel even, maar dat zou ik nooit laten merken aan de bediening. Dat is nogal onbeleefd.

6. Het type dat amper wat heeft besteld maar wel lang blijf zitten

Man, dit is me ook wel een vervelend typetje, hoor. Ik zie dit eigenlijk voornamelijk bij koffiezaakjes waar mensen met hun laptop zitten en gedurende de hele dag één cappuccino bestellen en kraanwater. Maar ze houden wel de hele dag een tafel in beslag en dat vind ik dus echt verschrikkelijk.

7. Het type dat zich thuis waant in elk café

Dit type voelt zich helemaal thuis in zijn/haar vaste restaurant. Daar gedraagt hij/zij zich dus ook naar. Het karafje water wordt zelf bijgevuld, de nagels gelakt aan tafel (of andere activiteit die je normaliter niet uitvoert in een restaurant) en de bediening weet precies wat deze speciale gast wil eten en drinken. Het personeel voelt aan als familie en andersom; dit is thuiskomen.

8. De ideale gast-type

Hier wordt een restaurant natuurlijk blij van, en gelukkig zijn deze types er ook genoeg. Van die vriendelijke, beschaafde en rustige mensen die volop genieten van het eten en drinken, de keuken complimenteren en tevreden weer vertrekken. Waren we allemaal maar zo.