Italië versus Griekenland
Wie wint?
Als je me een vleugje volgt, weet je dat ik nogal team Italië ben. Geef me een lang weekend en ik zweef naar de laars. Of het nou Portofino, Rome, de Amalfikust of mijn geliefde Puglia is maakt me niet zoveel uit. Mijn liefde voor Italië is zelfs zo groot dat ik tijdens een – heus ook leuke – vakantie in Zweden tranen in mijn ogen kreeg toen er een groepje Italiaanse kindjes passeerde. Je hebt gewoon plekken waar je naartoe gezogen wordt en voor mij is dat Italië.
Maar onze dochters willen, terecht, wat meer van de wereld zien en ook eens iets anders proeven dan spaghetti alla vongole dus tijdens ons Puglia-paradijs boekten we tien dagen Griekenland. Heus dat ik er wel eens geweest ben, ik zette mijn eerste stapjes zelfs op de Acropolis, maar ik had er geen actieve herinnering aan, zou Mark Rutte zeggen.
Dus daar gingen we. Vanuit Bari naar Zakynthos, Kefalonië en terug naar Zakynthos. Ik zal even mijn hoogtepunten delen en ook mijn subtiele puntjes ter verbetering. Gaan we.
1. De mensen, de mensen, de mensen
De eerste onaardige Griek moet ik nog tegenkomen. Groot van vertrouwen, niets is te veel. Ze spreken behoorlijk goed Engels (daar kunnen de Italianen nog wat van leren), soms zelfs een woordje Nederlands en op Zakynthos en Kefalonië ook goed Italiaans.
2. De styling
Ook hier een puntje waar de Grieken het wat mij betreft winnen van de Italianen. Hoewel Italië het land is van smaak en stijl is het soms, en mijn hart krimpt als ik het opschrijf maar het is gewoon zo, vrij moeilijk om een beetje knap ingericht hotel of restaurant te vinden. Ik ben gaan houden van de rommelige charme, maar in elk etablissement, hoe chic ook, vind je toch gauw een bronzen beeld van Jezus Christus naast een papieren maandkalender. In Griekenland is bijna elk strandtentje Instaproof. Gewoon alles in één kleur (en dan niet groen of oranje) en afromen met bamboe. Dat hebben de Grieken goed begrepen.
3. Het eten
Ik weet het heus: in Italië wordt ook vaak hetzelfde geserveerd, maar ik vind de Italiaanse keuken toch net even, nou nee, behoorlijk beter dan de Griekse. Voordeel van de Grieken is weer dat ze niet raar opkijken als je in een keer de tafel vol gooit met eten (de Italianen vinden het lastig te begrijpen dat de pasta van de kinderen tegelijk mag komen met jouw voorgerecht), maar na tien dagen feta en gevulde paprika (ik chargeer natuurlijk for the sake van een leuk stukje, have mercy on me, lieve Griekenlandgangers) genoot ik toch wel erg toen ik gisteren bij mijn lievelingsrestaurant gegratineerde mosselen met aardappelschijfjes at.
4. De wijn
Toch ook een topic. Misschien heb ik gezocht en nog niet gevonden, maar wijnwise zijn Griekenland en ik niet de beste match. Chardonnay leek een exoot en het was vooral droog wat de klok sloeg. Prima voor het afkickproces en er was Aperol in overvloed, maar ook op dit punt schurk ik toch weer tegen de Italianen aan.
5. Het zeewater
Oh jongens, zelden zulk mooi helderblauw water gezien als rond Zakynthos. En dan duiken vanaf een hoge rots. Dat is gewoon therapie.
En weet je wat het goede nieuws is? Kiezen hoeft niet. Volgend jaar zweven we naar de Cycladen. Want je begrijpt: voor een goede Griekenland-investigation moet ik daar toch minstens nog een paar vakanties doorbrengen. Met liefde.