Science says: spugen om je kater tegen te gaan is gevaarlijk
Je hebt het vast al wel eens gehoord van je vriendin toen je met je neus boven de wc-pot hing: ‘Hup, als je het er nu uitgooit, heb je morgen minder last van een kater.’ Laat ik dit fenomeen bij deze meteen ontkrachten: hier klopt dus helemaal niks van. Door te kotsen verdwijnt de alcohol niet zomaar uit je lijf. Die heeft zichzelf namelijk allang opgenomen in je bloed, waarvan twintig procent al in je slokdarm. Dus of je het nu wil of niet, een kater heb je de volgende dag toch wel. Maar naast het feit dat het gewoon pure onzin is om ‘tactisch’ te kotsen, kan het ook nog eens levensgevaarlijk zijn.
Het zit als volgt: als je regelmatig moet overgeven, heeft de klep die je keel afsluit moeite om normaal te functioneren. Hierdoor wordt de kans groter dat er braaksel in je longen komt. En je raadt het al: dat is geen ideale situatie om in te zitten. In normale omstandigheden a.k.a. in nuchtere toestand helpt je lichaam dit te voorkomen door hoestreflexen. Maar als je zo onwijs dronken bent of — nog erger — bewusteloos, lukt dit je lichaam níet meer en kun je stikken.
En het kan nog erger. Door al dat overgeven wordt je lichaam natuurlijk hartstikke vermoeid. In het ergste geval kan die vermoeidheid leiden tot verstoring van het hartritme doordat belangrijke stoffen zoals kalium, die essentieel zijn voor de elektrische activiteit in je spiercellen, ook je lichaam verlaten naast alle shotjes tequila en je avondeten van die dag. Er ontstaat een onbalans waardoor je hartritme het moeilijk krijgt. En wat gebeurt er als je hartritme niet goed is? Jep, een hartstilstand.
Lang verhaal kort: die ‘tactische barfjes’ waar iedereen het altijd over heeft zijn zo tactisch nog niet. Overgeven kun je beter bewaren voor wanneer je écht doodziek bent en niet omdat je denkt dat het je hoofdpijn magisch laat verdwijnen de volgende ochtend. Gewoon incasseren die kater, jij.
Bron: mellowed.nl