Veelgemaakte fouten bij de millennialvrucht: avocado
Zeg wijn, snacks of haute cuisine en de smulpapen van online foodmagazine FavorFlav weten waar te drinken, hoe het te eten en wat te koken. Dit keer serveren onze cheffies je: de fouten die we maken bij een avocado.
Op toast, als guac of in je pokebowl: hoe je je avocado het liefst eet, is helemaal aan jou. Maar dat wil niet zeggen dat je je avoskills niet kan verbeteren. Want man, er worden nog heel wat fouten gemaakt die je makkelijk kan vermijden. Het resultaat: nog meer smulkans.
Ja het is een hype en nee ze zijn niet best voor het milieu. Maar man, wat je ook over ze zegt, avocado’s zijn zo romig, vullend, handig mee te nemen, zitten vol goede vetten én zijn gewoon lekker. Zéker als je deze fouten niet maakt:
Fout 1: ze laten oxideren
Bruine avocado is eetbaar, maar om nou te zeggen lekker en aantrekkelijk? Nee. Zodra het mooie groen van je avocado in contact komt met de lucht, begint het oxideren al. Snij je avocado daarom pas vlak voor je gaat eten. Lukt dat niet omdat je moet voorbereiden en je bijvoorbeeld ’s middags al de guacemole maakt voor die avond, bedek het vruchtvlees dan heel strak met vershoudfolie.
Fout 2: onrijpe avocado’s gebruiken
Nu we het toch over guacemole hebben: daar heb je echt ultrarijpe, zachte avocado’s voor nodig. Tuurlijk, als je maar hard genoeg je best doet is iedere avocado tot moes te slaan, maar lekker is het niet. Onrijpe avocado’s zijn trouwens niet alleen ‘slecht’ voor je guacemole. Eerlijk is eerlijk: ze zijn gewoon nooit echt lekker. Avocado is immers geen fris, knapperig appeltje. Geduld dus. Of leg er bananen bij, dan rijpen ze sneller.
Fout 3: te rijpe avocado’s gebruiken
Overal waar ‘te’ voor staat is niet goed. Al moet ik hier wel een nuance maken: voor mashed avo (op toast) en guacemole zijn flink rijpe avocado’s natuurlijk wel goed. Zie punt 2. Maar wil je mooie plakjes a la The Avocado Show maken, dan kan je ze beter net iets steviger hebben. Je kan knijpen, maar wist je dat je ook kan zien hoe rijp je avocado is door het steeltje eraf te trekken? Is het eronder groen? Dan zijn ze ready to go. Bruin? te rijp. Krijg je het steeltje er niet af? Dan hebben ze nog even wat tijd nodig.
Fout 4: gewoon snijden en serveren
Avocado’s hebben weinig nodig om te shinen. Tuurlijk, even snijden, wat peper en zout erover en ze zijn al verrukkelijk. Gewoon zo uit de schil lepelen. Mmm. Maar heb je al wel eens avocadofriet gehad? Gefrituurde avocado: knapperig van buiten, romig van binnen. Zó lekker. Net als die uit de Airfryer trouwens. En wist je dat ze gegrild ook abnormaal lekker zijn? Smeer er wat olie op, en leg ze op een gloeiendhete grill – 30 seconden ongeveer – bam. Avocado 2.0.
Fout 5: beknibbelen op de kruiden
Avocado’s zijn rijk aan vet. Gezonde vetten, maar wel vet. Dat maakt ze ideaal voor salades, dressings en dips, maar je moet die romigheid wel balanceren. Een goede snuf zout doet wonderen. Wat zuur – limoen of citroensap – werkt ook als een malle. Meer suggesties? Koriander, limoenrasp, rode ui, chilipepers, (gerookt) paprikapoeder… behoren allemaal tot de vriendenkring van de avocado.