Alles wat je denkt als je over de rode loper gaat
Gisteren mocht ik met mijn favoriete plus 1 (mijn dochter Belize houdt van musicals) naar de wereldpremière van Aïda. Zij past ineens mijn paars-witte jurkje van Les Coyotes de Paris en combineerde dat met een jasje van The Kooples. Wederom uit mijn kast, inderdaad. Ik had bij Pauw een krankzinnig coole rok gevonden van Zimmermann die ik combineerde met een een voudig overhemd. De rok vroeg al om genoeg aandacht tenslotte. Wat oude, maar daarom niet minder mooie Tom Ford-hakjes eronder en klaar was ik.
Op het plein voor het Circustheater werden we opgevangen door Carolien, de pr-goeroe van Stage Entertainment. Of we over de loper wilden, dan zorgde ze ervoor dat we er een beetje soepeltjes tussengevoegd konden worden. We keken elkaar aan. Twijfel. Niet gaan betekende gemak en nog snel even een ice tea kunnen drinken voor de show begon. Maar we hadden ons best gedaan en hoe vaak in je leven heb je nou eenmaal een rodelopermoment? Vooral op je dertiende. Nou dan. We deden een eerbiedig stapje opzij toen Tim Rice langskwam (de man die samen met Elton John de muziek van Aïda componeerde) en schuifelden achter Jim Bakkum (ik legde haar op fluistertoon uit wie dat was) richting de haag van fotografen. En dan denk je dit.
- Die mensen vragen zich vast allemaal af wie ik ben.
- De fotograaf die nu een foto maakt is natuurlijk ingehuurd door Stage, want waarom zou je anders van ons een foto maken?
- Oh god, nu maken ze allemaal ineens een foto.
- Niet te snel lopen, want dan stap je in het shot van iemand anders.
- Hadden we toch maar de achteraf-route genomen.
- Ik doe dit voor de rok, alles voor de rok.
- Oké, we pakken ons moment. En smile. Al is het maar voor de foto.
En dan aan het einde van de loper ben je ineens weer in veilige handen van de aardige mensen van Stage. Aan het begin van de loper vragen ze of je je jas wil afgeven of je telefoon en zorgen zij ervoor dat alles aan het einde van de loper weer netjes klaar hangt.
De rode loper, het is net als een rondje in de achtbaan. Als je erin zit denk je: wat heb ik mezelf aangedaan, en is het voorbij dan lust je nog een rondje.
Fotografie: Edwin Smulders