Dit is wat je níet tegen je kind moet zeggen tijdens de examenperiode

Oooh, wat heb ik toch een medelijden met alle leerlingen die vandaag beginnen met hun eindexamens. Twee jaar geleden was het mijn beurt en heb ik met de hakken over de sloot mijn havodiploma weten binnen te hengelen. De stress die ik ervoer herinner ik me nog als de dag van gisteren. Maar wie hier nog een schepje bovenop deden, waren mijn ouders. Door hun vast goed bedoelde commentaar werd mijn stresslevel met de dag verhoogd en vraag ik me af of dit mij nou echt heeft geholpen. Dus bij deze een paar opmerkingen die je als vader of moeder maar beter voor je kan houden tijdens de examenperiode van je kind. Zo houd je ze nog enigszins te vriend.

1. ‘Lekker op tijd begonnen, jij’.
Alsof ze het zelf nog niet weten, wrijf jij het er nog eventjes extra hard in.

2. ‘Neem eens een voorbeeld aan je broer/zus’
Als er íets is wat je niet moet doen als ouder, is het je kind vergelijken met een ander. Zomaar een tip hoor.

3. ‘Anders geen examenreis voor jou’
Dreigen. Doe dit als-je-blieft niet. Zeg dan eerder: ‘Nog even en je kunt straks lekker op examenreis.’ Je bedoelt hetzelfde, maar je stopt het in een ietwat geruststellender jasje.

4. ‘Als ik jou was zou ik maar eens gaan beginnen’
Ja, en als ik jou was zou ik maar gewoon eventjes je mond houden. Deal?

5. ‘Ruim die kamer eens op, zo kun je toch niet leren?’
Juist wanneer jij tegen je kind gaat zeggen dat ze iets moeten doen, werkt dat negen van de tien keer averechts.

6. ‘Zul je zien: iedereen om je heen slaagt en jij zakt’
Als jij al niet in je kind gelooft, hoe moet hij of zij dan in zichzelf geloven?

7. ‘Ah joh, dat haalt iedereen’
En dan zul je net zien dat jouw kind het niet haalt. Stel ze dan maar eens gerust.

8. ‘Leg die telefoon nou eens weg’
Hoe vaak je het ook kan zeggen, deze gewoonte krijg je er inmiddels niet meer uit.

9. ‘Dit weekend blijf je maar thuis om te leren’
Denk je nou echt dat je kind op zaterdagavond gaat leren? Nee, dacht het niet. En die ene avond zal het verschil niet maken.

10. ‘Moet je niet leren?’
Ja, eigenlijk moeten ze dat wel, maar een beetje afleiding is ook nodig.

11. ‘Ga maar eens op tijd naar bed’
Moeilijk om van je kind te verwachten dat ze vroeg gaan slapen terwijl ze stijf staan van de spanning en stress.

12. ‘Denk je dat je de stof goed genoeg beheerst?’
Geloof me: dit weten ze zelf ook niet.

13. ‘Heb je er wel alles aan gedaan?’
Het antwoord zal altijd ‘ja’ zijn om een mogelijke preek te vermijden.

14. ‘Ben je er klaar voor?’
Nee, natuurlijk niet.