Amayzine

De oplossing voor als je iemand niet herkent

5 x wat je denkt

By
may-lachen-op-straat

Het overkomt me minstens één keer per week. Ik zie een bekend gezicht, en er is iets met een klepel en een klok, maar verder… geen idee. Dat krijg je als je ouder bent en al heel wat mensen je pad hebben gekruist. Sporten op verschillende plekken helpt ook niet mee. En als mensen zich gaan verplaatsen van vak A (ik ken iemand van de barre-les) naar vak B (“ineens” zie ik diegene bij een restaurant in Artis) blokkeer ik totaal. Zo heb ik al eens een doos met wijn voor Beau van Erven Dorens in de handen geduwd van een sportcollega die dus in de gang van restaurant De Plantage bij Artis liep. Mijn man maakt het programma Beau en voor zijn laatste aflevering van het seizoen zou ik even een doosje wijn brengen. Natuurlijk had ik haast, stond mijn auto op de knippers voor de deur, en rende ik op mijn hakken de hal in. Het eerste het beste bekende gezicht moest iemand zijn die daar werkte, dus hup, daar droeg ik die doos over. Bleek dus een sport-bekende te zijn die gewoon met een vriendin aan het lunchen was in het restaurant naast de tv-studio.

Dat overkomt me vaker en vaker. Vanochtend weer in de pilatesstudio. Een bekend gezicht. “Jij woont toch in Bentveld?” Ik dacht: als ik hier bingo heb, kan ik de rest van de lijst invullen. Dan is het die tech-onderneemster die ik een jaar geleden ontmoette bij die lunch van Masters of Luxury. “Nee, Kleverpark.” Ze zei het op een toon waaruit ik proefde dat we het hier vaker over hadden gehad. Kleverpárk. Zo van: je weet wel.
Maar ik wist het dus niet. Het allerergste is wanneer je voelt dat die ander wel de kralen aan elkaar heeft geregen en er bijna een genoegen in lijkt te scheppen om jou te zien spartelen.

Bij mij gaat het dan als volgt.
“Hoe gaat het? Lekker druk nog?”
En ik denk: geef me een hint, een hint, een hint!
“Was je nog even lekker weggeweest in de herfstvakantie?”
“Waren jullie in de zomer nog euh…
En nu maar hopen dat ze het gaan invullen.
“Lang geleden, hè, dat ik je zag.”
En dan maar heel hard hopen dat het ook daadwerkelijk lang geleden is dat jullie elkaar zagen.
“Sorry, ik kan heel even niet op je naam komen.”
Dat moet dan maar. Want niets is gênanter dan halverwege zo’n gesprek nog eens een keer moeten gaan zeggen dat je even niet weet wie je tegenover je hebt.

Zullen we gewoon één ding met elkaar afspreken? Dat we, zodra je iemand ziet spartelen, en jij weet het wel, dat je meteen even duidt waar je elkaar van kent?
Daar zou ik nou ZO blij van worden.

By
Jongleert doordeweeks met kinderen en laptops, vermoedt een serieuze shopverslaving en probeert lichtelijk obsessief latte- en wijngebruik van zich af te schudden door overmatig veel te sporten.
07-11-2024