Een broer of zus hebben is blijkbaar goed voor je gezondheid
Zélfs voor je mentale gezondheid
Als je bent opgegroeid met minstens één broer of zus, weet je dat er zowel voor- als nadelen aan zitten. Af en toe kan het ontzettend gezellig zijn, op andere momenten word je helemaal gek van elkaar. Ondanks die minder gezellige momenten, is uit onderzoek gebleken dat het hebben van een broer of zus dus echt goed is voor je gezondheid. Ze onderzochten hiervoor 395 families, en vergeleken de gezinnen met één kind, met de gezinnen die meerdere kinderen hadden. Daaruit kwamen een aantal verrassende resultaten.
Zo zijn de mensen die zijn opgegroeid met een broertje of zusje vaak slanker. Andere kinderen hebben vanaf groep 3 namelijk al meer kans overgewicht. Of dit komt doordat je meer samen speelt, is niet helemaal duidelijk. De onderzoekers vermoeden dat het komt doordat de ouders vaak het eetpatroon aanpassen wanneer het tweede kind zich aandient. En niet alleen dat, onderzoekers denken ook dat het komt doordat broers en zussen elkaar (onbewust) aansporen om gezonder te eten, of door samen te sporten. De hechte band zorgt er dus voor dat je langer leeft. Dit heeft ook te maken met het feit dat de goede relatie met je familie stress vermindert: je hebt altijd iemand om mee te praten, iemand die jou echt door en door kent.
Op die manier heeft de band met broers of zussen dus ook een positieve werking op je mentale gezondheid. Deze mensen voelen zich minder eenzaam en onzeker, en ook ervaren zij minder schuldgevoel. En laten we eerlijk zijn: als je je broer of zus gelukkig maakt, word je zelf ook altijd een beetje gelukkiger. Dus, vergeet alle onderlinge ruzietjes die jullie hadden om Barbies waarvan het haar op onverklaarbare wijze plotseling gemillimeterd was. Bedank ze liever voor je goede gezondheid en de gezelligheid.
Bron: Birmingham Young University