Ik zie mijn nichtje naar de klote gaan
Juist omdat ik het herken
‘Mis, hartstikke mis.’ Dat was het eerste wat ik dacht toen ik mijn nichtje zag op de uitvaart van onze tante. Ze was altijd bij uitstek de knapste van ‘ons nichten’. Een vrolijke, blonde krullenbol met sprankelende ogen en een prachtig figuurtje. Goedgebekt, maar op een heel leuke manier.
Geen glans meer
Nu zag ik een vrouw die er nog steeds goed verzorgd uitzag, maar waar de glans duidelijk vanaf was. Ondanks de make-up waren de gesprongen vaatjes in haar gelaat goed zichtbaar. En dat gelaat was opgezwollen. Niet vanwege de tranen, want tante had de respectabele leeftijd bereikt van negentig jaar. Iedereen had er vrede mee dat ze was gehemeld.
De vijf in de klok
We zaten naast elkaar in de bijeenkomstruimte van het crematorium waar koffie werd geschonken en broodjes werden geserveerd. ‘Dit is toch geen tijd meer voor koffie?’ merkte ze op. ‘De vijf is allang in de klok.’ Ze had duidelijk gehoopt op wijn en bitterballen. Of stokbrood met brie.
Trillende handen
Ik ging niet op haar opmerking in, maar vroeg hoe het met haar ging. En met de kinderen, de zaak, haar man. ‘Alles check’ volgens haar. Ik betwijfelde het, zeker bij het zien van haar ietwat trillende handen. Ze zag dat ik dat zag. ‘Wel lange dagen, weinig slaap en er vallen veel modezaken om momenteel’, merkte ze op. Ik begreep het, want mijn vriendin, die ook een kledingzaak runt, worstelt met hetzelfde probleem.
Bubbel
‘Je bent vaak ’s avonds laat nog actief op Facebook, hè?’ stelde ik, terugdenkend aan de nachtelijke uren dat ik zelf ook achter de pc zat en van alles postte. Met een fles wijn binnen handbereik en een pakje sigaretten. Dat beaamde ze. ‘Het zijn de meest kostbare momenten. Wanneer manlief en de kinderen slapen. Even alleen, geen sores aan de kop.’ Ik zweeg, voor een moment. Zei toen: ‘Die bubbel is inderdaad heerlijk. Ik herken het. Maar de godvergeten wekker de volgende dag… Wanneer je om tien uur ’s ochtends alweer verlangt naar dat glas wijn en rust.’
De hel
‘Mijn verhaal’, gaf ze toe. Met een big smile, maar zonder glans. ‘Voor mij was het een vlucht’, zei ik. ‘Stokongelukkig met de situatie destijds; met mijn man, m’n werk en de neerwaartse spiraal waarin we zaten. De wijn voelde hemels, zo ’s avonds laat, maar de katers waren de hel, ’s ochtends, waar de realiteit er niet om loog.’
Quasi nonchalant
‘Ach ja, overal is wel wat’, haalde ze quasi nonchalant haar schouders op. ‘Klopt, maar overal is ook altijd wàt aan te doen’, zei ik. ‘Echt! Hoewel ik de laatste ben die zegt dat het eenvoudig is.’ ‘Gaat het nu beter dan met jou?’ vroeg ze. ‘Want je bent wel redelijk aangekomen.’
Problemen weerleggen
Herkenbaarheid ten top; deze opmerking. Want zulke uitspraken deed ik ook, toen ik destijds redelijk in een dal zat. Om de aandacht van mijn eigen problemen te weerleggen op de ‘zwakheden’ van een ander. In dit geval waren het de twee maatjes meer die ik nu droeg.
Verdoving
‘Ik ben een ander mens geworden, ondanks maat 42, weliswaar tien kilo zwaarder, maar tien keer beter in mijn vel. En in mijn kop. En dat gun ik jou ook.’ Ze knikte meewarig toen we afscheid namen en ik haar vroeg goed op zichzelf te passen. Omdat het leven zoveel meer te bieden heeft dan de verdoving tijdens nachtelijke uren.
Tekst door: Franska.nl