Welk soort ouder ben je tijdens skivakantie
Over drie weken gaan we. Naar Selva, mijn lievelingsplek als het gaat om de skivakantie vanwege het eten, de koffie en het skigebied van 1200 kilometer. Brengt me in een vloeiende beweging naar het fenomeen skiklasjes. En dan specifieker: het type ouder dat zijn kind naar een skiklas brengt. Want welk type ben jij nou eigenlijk, als je heel eerlijk bent?
1. Het niet-piepen-dit-hoort-bij-je-opvoeding-type
Je kind staat met een bibberend onderlipje in het gele hesje van de skischool tussen een kluwen kinderen die ze niet kent. De leraar spreekt alleen Italiaans en drie woorden Engels, de andere kinderen komen overal vandaan behalve uit Nederland. Tussen haar tranen door vraagt je kind of ze dan wel met jou mag lunchen, maar de les duurt tot 15.00 uur en aan afspraken moet je je nu eenmaal houden. Je hebt heus een beetje een knoop in je maag als je het rijtje kinderen in pizzapuntsliert naar beneden ziet zakken, maar die is al heel gauw weg als jij met je vriendinnen aan de cappuccino zit bij Jimmy’s Skihütte.
2. De ik-kan-het-niet-loslaten-ouder
Laat ik dit meteen maar even met een persoonlijke anekdote illustreren. Mijn dochter kreeg privéles van Zeno, de meest ervaren skileraar van het stel.
Ons meisje heeft een beperking en autisme, dus knappe kop die haar überhaupt in een skischoen weet te krijgen. Dat lukte ons wonderwel, nu nog die berg af. Ik weet niet wat de achternaam van Zeno is, maar ik vermoed Potter. Of Klok. Want deze man kan toveren. “Ik ben in de buurt”, verzekerde ik hem in een poging hem gerust te stellen. Ondertussen om hen heen slingerend samen met mijn geliefde met de telefoons in de hand om elke beweging vast te leggen. Of we dat niet wilden doen. We slikten en knikten en doken achter een heuveltje. “Zien ze ons?” siste ik tussen mijn tanden door, terwijl ik achter de brede schouders van mijn lief wegdook. De les-evaluatie sloeg vooral op ons. Of we morgen echt weg wilden zijn. Weg-weg. Gewoon een uurtje skiën, of koffie drinken voor zijn part. Hij had een werkende telefoon, wij hadden een werkende telefoon. Laat het los, laat het gaan. Het lukte een beetje. Maar goed, ik hoor zo bij deze categorie dat ik deze vakantie gewoon les samen met onze kinderen heb geboekt. Alles binnen handbereik, daar houd ik van.
3. De waar-kan-ik-mijn-kind-dumpen-ouder?
Je bent altijd als eerste bij het klasje om je kind te brengen. En dat is niet omdat je zo punctueel bent, zal ik maar zeggen. Je kan niet wachten om straks even geen snotneus af te vegen, skischoenen aan te duwen of thermo-ondergoed op te hijsen na een wc-bezoek. Is er iets irritanter dan naar de wc gaan in je skipak? Ja, dat is naar de wc gaan in je skipak met je kind in skipak. Met een beetje pech naar een wc die je alleen met een trap kan bereiken. Ga er maar aan staan op je skischoenen. Dus je wil even niets. Je vriendinnen hebben hun locatie al geappt, de latte macchiato is besteld en je hebt al gereserveerd voor de lunch bij Comici waar je zeker wijn bij de lunch gaat nemen. De skivakantie is de enige vakantie waarbij je je kinderen legitiem kan dumpen en je gaat het ervan nemen.
4. Het-ik-zeg-vooral-niet-dat-ik-een-probleemkind-heb-type
Ik bedoel: wat is nou helemaal een probleemkind? Jouw kind is misschien wat overactief en zal graag achterstevoren in de lift hangen, maar hé, wat kan er nou helemaal gebeuren? Bovendien zijn de skileraren een hoop gewend. Dat je kind nu op zijn buik met handen en voeten de piste in elkaar ligt te meppen geeft helemaal niets. Dat is zo voorbij. Ciao, a dopo en weg ben je.
5. Het-ik-kijk-waar-de-lekkerste-skileraar-is-type
En dan vooral heel veel overleg over je kind. Graag nummers uitwisselen om contact te houden hoe het gaat en foto’s heen en weer appen en natuurlijk dat ritsje van je ski-pully even iets naar beneden trekken als je een selfie tijdens de lunch maakt voor Gianni.