EDITOR’S DIARY
Na vijf dagen aan een heerlijk Amsterdams mode-infuus te hebben gehangen was het maandagavond voorbij. Gelukkig trakteerde Claes Iversen op een show zo mooi dat hij ons nog lang bij zal blijven. Ik werd zowaar trouwlustig van zijn pièce de résistance, die trouwjurk waar Pier Paolo Piccioli en Maria Grazia Chiuri (het designduo van Valentino) jaloers op zijn.
Gelukkig was er dinsdag een leuke persdag van Sylvia Avontuur waar ik kon snuffelen aan de nieuwste collectie van Stella McCartney voor Adidas, fijne Guess-denims en vooral mijn favoriete kok die daar met Philips-apparatuur de allerlekkerste hapjes en drankjes maakte. De gin-tonics sloeg ik even over (ik had net drie dagen gedetoxt weet je nog?) maar de gebakken quinoa-balletjes en de wortelappelsapjes liet ik me even flink stevig smaken. Man, ik was niet uit die keuken te slaan en wil nu ook zo’n sapapparaat. Daar gooi je complete, ongeschilde ananassen in en je krijgt het perfecte sapje.
Woensdag ging de wekker vroeg en sprongen Jet en ik in de Thalys naar Parijs. We hadden er vooral een afspraak bij Louis Vuitton maar gingen daarna nog even wat streetstyle fotograferen, lunchen in Costes en een salade eten bij Le Meurice. Daar zag ik onze Italiaanse modevriendin Erica Pelosini. Doodop van alle coutureshows maar nog steeds de knapste van de stad.
Nippend aan thee (Jet) en wijn (ik, je weet wel, de ruggengraatloze) spraken we over het leven en de liefde. Tot ik op mijn horloge keek, zag dat het vijf voor zeven was en bedacht dat we om 19:22 uur in de trein moesten zitten. De twintig minuten daarna bestonden uit Smintjes eten (ik weet niet waarom maar dat hadden we enorm nodig tegen de stress) en het bedenken van smoezen om uit te leggen waarom we de trein misten. Maar het lukte ons. Vraag me niet hoe maar we zaten in die trein. Dit weekend blazen we even uit. Ik hoop jij ook.