NEW YORK FW DIARY #3
De dagen gaan hier zo snel en zijn zo vol dat ik nu, maandagmiddag, alweer in m’n agenda moet kijken om te zien wat ik twee dagen geleden deed. Ons New York-avontuur is bíjna op z’n eind (boehoe) maar niet voordat ik jullie vertel wat we hier allemaal hebben uitgespookt.
Vrijdag dus. Jet en ik verzamelden al (ál) onze kleren en schoenen en zakten 90 blokken af naar ons hotel in Midtown. Maybrittus vloog op hetzelfde moment JFK binnen en in de lobby van ons hotel (Morgans Hotel) vlogen we elkaar in de armen, kirrend gillend en ander clichégedrag vertonend maar hé, kan ons het schelen. Na een snelle opfris in de kamer trippelden we naar Bryant Park voor een lunch en een tik, daarna naar een kleine nailsalon (ja hallo, goede nagels hebben is ook werk) en vervolgens op de hak en in de rok naar ons lievelingsrestaurant Morandi voor diner waar ook Karin, de moeder van Jet, bij aanschoof. Jet en ik topten de avond af met krankzínnig dure cocktails op het dak van het Dream Hotel en gingen daarna nét iets te gin-tonnerig slapen.
Dan zaterdag. Die beginnen we traditiegetrouw met de show van Lacoste om 10:00 uur. Normaal is die in Lincoln Centre, maar dit seizoen is Lincoln niet meer het epicentrum van Fashion Week, dus alle shows die eerst daar showden moesten op zoek naar een nieuw plekje. Lacoste koos voor de Spring Studios, waar ook DvF altijd te zien is. We waren alledrie blij verrast door Lacoste, dat steeds meer afgaat van het standaard preppy/poloverhaal en steeds meer de kant van De Mode kiest, maar immer trouw blijft aan de kernwaarden van het merk. Een dikke duim omhoog dus. Na Lacoste drinken we met Sanne Groot Koerkamp, de hoofdredacteur van Glamour, een glas in het nabijgelegen restaurant Felix om vervolgens door te gaan naar Exki, alwaar we lunchen met PR-koningin Karin Dijksman.
Goed ik ga even een versnelling hoger want anders gaat deze diary een soort epistel worden en daar zit je waarschijnlijk ook niet op te wachten. We gingen op de fiets (ja echt) naar The Standard voor een worklunch, daarna dook May backstage bij Monique Lhuillier, deden Jet en ik veldonderzoek in Saks Fifth Avenue om vervolgens kapot en gebroken op de bank in onze kamer met laptop en zak chips (wel van die groentechips dus da’s rédelijk Jetty-proof) de dag af te maken. Ondertussen stond May trouwens gewoon backstage bij Alexander Wang, én zag ze de show, én was ze op de afterparty. Ik was redelijk jaloers kan ik u zeggen.
Zondag. Oooh ik heb een moeilijke relatie met zondag. Want zondag ging ik met Jet mee een training volgen van Ricky Aston, een personal trainer die iedereen traint die een beetje iemand is. Van heel erg topmodel tot heel erg rijk (mannen die investeren in de bouw van helikopters en vliegtuigen, nou, dan weet je het wel). Hij is meedogenloos en mailde van tevoren al met “be afraid.” Nou, dat was ik, en terecht. Ik schrijf dit dus nu op maandag en ik heb echt zó krankzinnig veel pijn. Ik kan niet meer normaal lopen, kan alleen nog maar kreunend en steunend opstaan en gaan zitten en ben er echt een beetje door van de leg. Maar goed. Na deze brute training sleepten we ons naar het hotel, trokken een fatsoenlijk pakkie an en doken de metro in op weg naar de show van DvF. Daarna ging ik door naar een show van Alexandra Frida, ging Jet terug naar Harlem voor een diner met haar jarige moeder en kroop May backstage bij Rachel Zoe.
De avond was voor feest: May stond te sjansen en te dansen met echt íedereen (Naomi Campbell, Kate Upton, Mario Testino, Aerin Lauder, Alessandra Ambrosio, Constance Jablonski, Leigh Lezark – om er een paar te noemen) in The Boom Boom Room bij het feest van Michael Kors. En ik ging met vriendin Noor naar de uitreiking van de Bloglovin’ Awards, die ze, zoals jullie vanmorgen al lazen, glansrijk won.
Zo, de laatste drie dagen ga ik bewaren voor een volgende diary. Met drie mensen die ieder een eigen agenda vullen kun je er boeken mee volpennen, maar dat gaan we niet doen dus. Ik tik deze laatste zinnen liggend in bed mét een knaller van een pijnstiller omdat de spierpijn echt écht niet te verdragen is. Volgens Jet moet ik nu “juist doorpakken” maar iets in me ziet hierin de bevestiging dat sporten ook maar ongezond is en ik toch echt meer Team Witte Wijn ben. En gelukkig zit May ook nog steeds in mijn kamp, al ging die óók opeens hardlopen (hardlopen!) hier in de ochtend. Man man man, wat dat New York al niet met de mensch doet.