Geloof me, er zijn momenten waarop ik geen kleren meer kan zien. Vooral als ik weken onderweg ben en fulltime shows heb gezien, ben ik er echt even helemaal klaar mee. Zo heb ik al aan het begin van mijn modecarrière bedacht dat het patroon van aaneengesloten kleren kijken zo nu en dan doorbroken dient te worden. Ik heb me voorgenomen om in elke grote modestad minstens een keer een museum te bezoeken. Even wat anders…
Soms is het ook de combinatie van mode en museum: in Parijs heb je het Musée des Arts Decoratifs in de westelijke vleugel van het Louvre waar de groten der aarde als Marc Jacobs, Jean-Paul Gaultier en Christian Lacroix hun werken hebben tentoongesteld. Houd de agenda in de gaten, want de collectie wisselt.
Een ander museum in Parijs dat iedereen bezocht moet hebben (naast natuurlijk het Picasso museum in Le Marais) is het aan de kade van de Seine gelegen Musée du quai Branly. Als je weinig tijd hebt, loop dan in ieder geval even door de tuinen en bekijk het gebouw van de buitenkant. Het heeft prachtige vormen en kleuren waarbij een natuurlijk effect benadrukt wordt door een muur van 200 meter lang en 12 meter hoog die aan de buitenzijde begroeid is met planten (oftewel een hanging garden). Het museum is ontworpen door mijn favoriete architect Jean Nouvel. Binnen is het gebouw zeker zo spraakmakend, je vindt er kunstschatten uit onder andere Afrika, Azië, Oceanië en Australië.
In Londen loop ik altijd binnen -de permanente collectie is gratis toegankelijk- bij Tate Modern. Hier kun je je verlekkeren aan toonaangevende internationale moderne kunst. En ook hier is het gebouw an sich – een voormalige elektriciteitscentrale – een feest om te bezoeken.
Ook de moeite is de White Cube, de grootste private kunstgalerie van Engeland. Een supermoderne galerie die gebouwd is in een voormalig magazijn en altijd toonaangevende werken van onder andere Damien Hirst en Gilbert & George laat zien.
En natuurlijk mag de Saatchi Gallery niet ontbreken, die een enorme collectie hedendaagse beeldende kunst laat zien, verzameld door reclameman Charles Saatchi (je weet wel, hij die Nigella Lawson tijdens een etentje naar de nek greep).
Ga in ieder geval naar het MoMA, het Museum of Modern Art. Dit museum bevat schilderkunst en beeldhouwwerken uit de 20ste eeuw, maar ook films, fotografie, architectuur en design. Op de vierde verdieping vind je het neusje van de zalm op popart gebied: de Marilyn Monroe’s volgens Warhol en de veelgeprezen Campbell Soup-schilderijen. Als Nederlander word je apetrots, omdat er op de ontwerpafdeling veel werk te zien is van jonge Nederlandse kunstenaars. Ook de architectuurafdeling is interessant met werken van Rem Koolhaas, Dudok en Ben van Berkel.
In de wijk Chelsea hebben de beste galeries zich gevestigd. Hier zijn oude pakhuizen en loodsen omgetoverd tot ruime, lichte expositieruimten waar voornamelijk moderne werken te vinden zijn. Verwacht geen gezellige, gepolijste straten, maar een industrieel gebied dat sterk in ontwikkeling is. Dit verklaart meteen waarom een groot deel van de New Yorkse kunstscène zich hier afspeelt: relatief lage huren en veel ruimte. Criss Cross West 18th tot en met de 26ste straat tussen 10th en 11th Avenue. Gewoon wat ronddwalen en rondkijken.