Travel & Hotspots
CHICAGO DIARY
Kiki was er 48 uur en wil er nu wonen
Gisteren nam ik jullie hier al uitgebreid mee in mijn IJsland-avontuur met Icelandair, vandaag is het tijd voor het tweede deel van mijn reis: Chicago. Holy piep wat een stad… Daar zou ik dus zó kunnen wonen.  

Na zes uurtjes vliegen (en een huge zak zoute popcorn, salade, vijf kauwgumpjes en drie slechte films verder) komen we aan op de kolossale luchthaven van Chicago. Waar de controle altijd rétestreng is, ik hartkloppingen krijg van de strenge mannetjes en de drugshond die natuurlijk ineens nét iets te lang bij mÃjn koffer komt staan. Ik kan alleen maar denken: ROT op beest, wat de viervoeter zowaar lijkt te begrijpen. Praise the lord.
“Tipje van mijn kant: zeg áltijd dat de trip voor pleasure is”
Even een kleine tip voor aanstormende journo’s die op persreis gaan naar Het Land Der Hamburgers, er is één regel bij de douane: als ze vragen waarom je met je pootjes denkt de heilige grond van Amerika te betreden, dan zeg je áltijd dat je trip voor ‘pleasure’ is. Eerder dan eh, business, zelfs al is het een persreisje. Doe je dit niet, dan worden de blikken achterdochtiger, de vragen met de seconde ingewikkelder en kun je zo, pardoes, een nacht in de cel belanden en op de eerste de beste vlucht weer naar huis gebonjourd worden. Met de vriendelijke groeten van Chicago. Het is mensen uit mijn netwerk overkomen, ja echt. Gewoon dat jullie het even weten.
Anyway, douane helemaal overleefd. Eenmaal aangekomen bij het poepchique boutiquehotel Allegro midden in het centrum word ik verrast met een héle schattige verjaardagsboodschap. Naast het bed staat een krijtbordje met daarop een spinnend kat getekend en de tekst ‘Happy Purrthday Kiki! Enjoy your stay and your kitty cat friend!’ En alsof ze me dubbel kennen nog even twee cupcakes. HOE. LIEF. IS. DAT. Zo begint je deze trip in ieder geval verrekte lekker.
“’s Avonds eten we zachte buffelmozzarella en calamaris en voel ik me voor het eerst deze reis ineens heel erg het feestvarken”
Het is al vrij donker als we arriveren, maar toch kan ik het niet laten even een miniblokje rond de stad te lopen en de toerist uit te hangen. Wat een gebouwen. Wat een licht. Als je me verteld dat ik New York ben, geloof ik het ook. ’s Avonds klinken de glazen in het restaurant 312 Chicago, eten we zachte buffelmozzarella en calamaris en voel ik me voor het eerst deze reis wel ineens heel erg het feestvarken. Met een vijftal mensen die een dag geleden nog vreemden voor me waren, zo kan het leven veranderen in nog geen 24 uur op reis. Net als de kittycat op mijn nachtkastje rol ik spinnend mijn bed in. Om vervolgens wakker te worden om één uur. Drie uur. Half vijf. Terugvliegen in de tijd doet rare shit met je.
De volgende dag staat er een strakker dan strak schema op de planning, ik meen het guys, de agenda van Beyoncé is er niets bij. Van het ene eettentje belanden we in het andere (alle toffe hotspots bundel ik later nog in een postje) en de porties zijn zo gigántisch dat ik niet kan stoppen met lachen. En eten. Daarna huilen. Mijn bosbessenpancakes zijn zo uit de kluiten gewassen dat ik me afvraag of ik geen familiemenu heb besteld. Zoals jullie weten ben ik liever ‘fatgirl’ dan ‘fitgirl’, maar dit slaat echt alles. Fatgirls ‘rulen’ hier de stad en dat ziet er nou niet al te best uit. Om uit te buiken lopen we een rondje door het Millennium Park ten oosten van het bekende Michigan Avenue. Als je ooit in Chicago bent moet je deze highlight écht even meepakken. Al is het maar om foute selfies te maken in de Cloud Gate, een groot spiegelend kunstwerk van zo’n tien meter in de vorm van een soort kidneyboon.
‘Die gekke Amerikanen toch. Even een Cupcake uit het ‘pinapparaat’ trekken…’
En zoals dat gaat met persreisjes: de tijd gaat zo debiel snel. Op de laatste Chicago-dag verlaat ik de groep om iets te doen wat ik al veel langer wilde; afspreken met vriendin Isabelle, die ik trouwens ook ooit op een persreis heb ontmoet in Capri. Enfin, de lieve schat woont sinds een maandje of acht in Amerika dus toen de trip eenmaal geboekt was stuurde ik haar meteen een berichtje. ‘IES, IK KOM NAAR JE TOE!!!’ Of ze me even alle coole dingen wilde laten met nog maar vier uurtjes voordat ik alweer terug naar de luchthaven moest. En dus gingen we shoppen. Bij warenhuizen Nordstrom en Neiman Marcus, een glaasje wit drinken op de rooftopbar Rock Bottom met bizár mooi uitzicht. De mooiste Dunkin’ Donuts laten inpakken voor de terugreis (was geen goed idee trouwens, daarover later vandaag meer). Lelijke selfies maken op ieder bruggetje dat we maar konden vinden. De grootste snoepwinkel ooit bezoeken. Cupcakes halen bij Sprinkles, je weet wel, die roze pinapparaten die je altijd op Instagram voorbij ziet komen waarbij je je cupcakes uit de automaat trekt (check hier maar even).
Toen door naar het strand om de zoetigheden op te eten en apegapend naar de helblauwe zee en de ontblote mannentorso’s die driftig heen en weer bewegen door het beachvollyballen te kijken. Een hap te nemen van de red velvet cupcake in de zon. Life is good. Amerika is good. Ik sluit af waarmee ik mee begon: ik zou hier zou kunnen wonen, serieus. En om te voorkomen dat deze post ook vette Amerikaanse porties begint aan te nemen krijgen jullie alle coole hotspots om te bezoeken zéééker nog van me tegoed.
P.S.: ook via IJsland naar Chicago vliegen?
Dit is dus briljant. Vanaf deze maand vliegt Icelandair iedere maandag, woensdag, vrijdag en zondag naar Chicago Via IJsland, als je dat wilt. Je kunt kiezen voor een stopover op het eiland (van maximaal zeven dagen), waarna je alsnog naar de Chicago vertrekt zónder dat je ticket duurder wordt. Hoe bedoel je, honderd vliegen in één klap? Niet normaal, ik ben om hoor. Je boekt al een retourvlucht met Icelandair vanaf €425,-.