Fun & Famous
Eerst schieten, dan praten
by Maddy Stolk
Ooit zat ik naast Robbie Williams op het terras van het Amstel Hotel, hooggehakt en goedgeluimd. Robbie logeerde daar, overzag het slagveld, en terwijl zijn ogen op mijn poezelige onderdanen bleven haken, zei hij: ‘Nice shoes.’ Niets verheffends, maar hé. En ik zei: niets. Helemaal niets. Sterker nog, ik keek als een deer in headlights, trok mijn linkermondhoek op als teken van leven en draaide me om naar mijn gezelschap. Dat mij trakteerde op een eyeroll van jewelste: ik had toch op z’n minst ‘thanks’ kunnen zeggen. Ook niet heel verheffend, maar in ieder geval een vorm van communicatie.
Maar ik kan het dus niet. Small talk, netwerken: ik ga telkens een beetje dood vanbinnen. Bij bedrijfsfeestjes (ik ben freelancer, dus ik heb er nooit één, maar minstens twaalf in een jaar), netwerkevenementen en nieuwjaarsborrels heb ik een beproefd recept. Ik zoek de grootste plant uit die er is (meestal een varen), schuif ’m in de hoek en ga er dan achter staan wachten tot het voorbij is. Vooral bij netwerkevenementen is dit een gouden greep, want tegen de tijd dat ik weer naar huis ga, heb ik met precies nul potentiële opdrachtgevers gesproken. Wel ben ik dan uitgebreid bijgepraat door de aanwezigen die ik reeds kende en die weten dat het bij mij in de hoek goed schuilen is. Ze brengen steevast een gevuld glas mee, dus al met al heb ik het toch reuzeleuk – het is alleen voltrekt zinloos.
De beste remedie zou uiteraard zijn: nooit meer gaan. Maar ik vertoon in het dagelijks leven licht kluizenaarachtige trekken, derhalve lijkt me dat niet gezond. Met stip op twee staat: zeggen wat je er nu écht allemaal van denkt, maar de schoorsteen moet ook nog roken enzovoorts, dus dat is ook geen optie.
Met grote bewondering las ik eens een verhaal over actrice en zangeres Ellen ten Damme. Ze moest een expositie openen, kwam aldaar binnen, keek om zich heen, stak een polaroidcamera onder haar rok, prikte de polaroid die vervolgens uit de camera kwam rollen met een punaise aan de muur, krabbelde er iets op en verdween weer. Wat stond er met stift onder de foto?
‘Kutopening’
I hear you, Ellen.
Om ten tijde van het tikken van dit stukje te checken of ik dit verhaal niet gedroomd of zelf verzonnen heb, liet ik er een Google-search op los (wat op het internet staat, is echt gebeurd, nietwaar?). Dat leverde dit stukje proza op:
‘Ken je die van Ellen ten Damme dat ze bij een vervelende vernissage een polaroid van haar vagina neemt en erop zet: dit is een kutopening?’
Waarop ene Wout antwoordt:
‘Wat is een vernissage?’
O, Wout. Neerlands hoop in bange dagen – en de reden dat ik vaker achter een varen ben te vinden dan ervoor. Maar ik dwaal af. Het komt er weer aan, dat afschrikwekkende seizoen vol borrels, jaarafsluitingen, feesten en partijen. Maar ik doe er dit jaar niet aan mee; ik ga maar eens een merinowollen huispak aanschaffen, met bijpassende sloffen. Of een polaroidcamera.