Fun & Famous
NIET VOOR DE POES
by Maddy Stolk
Ze liggen erbij als een aangespoelde bultrug, zitten klem in een uitlaatpijp en schrikken van hun eigen schaduw. De wondere wereld van het wereldwijde web staat er vol mee. Foto’s en filmpjes van poezen en katten in compromitterende posities. En ze worden online veruit het meest bekeken – meer dan internetporno. Laat dat maar even bezinken.
Poezen: je houdt van ze of je haat ze – zelfs als je van ze houdt. Zelf heb ik een roodharig exemplaar, omdat iemand mij ooit vertelde dat rode katers zo lekker rustig en meegaand zijn.
Ik ben vijf jaar later nog steeds niet uitgelachen.
Jimmy, het harige monster dat bij ons thuis El Jefe is, kreeg al snel de naam Jimbo. Omdat hij als een miniatuur Rambo loodrecht tegen muren omhoog rende, zich aan één poezenpoot optrok aan de dakgoot en zo vanaf de derde verdieping naar het dak verdween. Alwaar hij het regime van de heersende alphakat binnen twee dagen overnam, na een 48 uur durende stand-off die gepaard ging met zoveel geblaas en gegrom dat ik niet eens durfde te gaan kijken. Vanaf dat moment heerste hij over de buurt en al haar inwoners, ook die van de menselijke soort. In een zeldzaam moment van rust had ik hem bij zijn lurven gegrepen en een adreskokertje om zijn nek gehangen, wat erin resulteerde dat ik minstens één keer per week een telefoontje kreeg van een verre buur, met de mededeling dat Jimmy bij hen wijdbeens op de bank lag alsof ‘ie er al jaren woonde en dat hun eigen kat piepend van angst achter de wasmachine zat. Ik ben wat adressen afgegaan met een fles excuuswijn in de ene, en de kattenreismand in de andere hand. Hij bleef een nachtje thuis, deed een plas, at zijn bak leeg en kneep er weer tussenuit. ‘Net een echte man,’ zei de ietwat tobberige buurvrouw bij wie hij regelmatig in de wasmand piest, maar die hem toch altijd weer binnenlaat. En hem een kattensnoepje toe geeft, want consistent gedrag moet beloond.
“Net een echte man.”
Mijn liefde voor Jimmy gaat diep, maar minstens één keer per week overweeg ik hem over het balkon te kieperen. Meestal rond een uur of 5.30 in de ochtend. Dat tijdstip waarop je, eenmaal wakker, pertinent niet meer in slaap komt, maar wél zeker weet dat je de hele dag gesloopt bent. Dit is zijn favoriete moment om zich vanuit stilstand naast mijn bed, met een ninjawaardige sprong bovenop mijn hoofd te parkeren.
Joe! Morning Has Broken, Brand New Day, Wake Me Up Before You Go-Go en wat dies meer zij. En dit wordt sowieso een rotdag. Hem buitensluiten om deze terreur te voorkomen is geen optie: Jimmy heeft een doorzettingsvermogen waar Daphne Schippers nog een puntje aan kan zuigen. Onvermoeibaar staat hij dan de hele nacht voor mijn gesloten deur, krabt er verwoed aan, miauwt erbij alsof het einde der tijden is gekomen en wijkt niet voordat ik murw gebeukt de deur opendoe. Waarna hij – sneller dan ik – mijn bed induikt en precíes op de plek gaat liggen waar ik net lag en binnen twee seconden tevreden spinnend in slaap valt. Het leven is goed als je een kat bent.
Maar ik doe het niet. Hem over het balkon kieperen. Want als ik rillend van de koorts met sliertig piekhaar boven de wc-pot hang, zit hij naast me en kijkt geïnteresseerd mee wat ik daar allemaal aan het doen ben. En als ik met mijn hoofd onder de dekens lig te wensen dat deze dag maar snel voorbij mag gaan, kruipt hij er gezellig naast. Hij is er, kortom, altijd op het juiste moment. No questions asked.
Had ze toch een puntje, mijn buurvrouw. Net een echte man