SAMENWOONDAGBOEK 4
“Schat, dit is dus nu helemaal hard”, stond er in een sms’je en daarna volgde er een foto. Twee blote voeten met daarnaast een verfbak met een roller en een kwast. Ah, die was ik inderdaad vergeten op te ruimen. Het huis is nu af, maar ik heb me de afgelopen weken wel een partijtje klunzig gevoeld. Ik dacht dat ik heus wel een muurtje kon schilderen, een kast in elkaar kon zetten en wat kleine klusjes kon klaren. Maar goed, hij is zo’n ontiegelijke goede klusjesman (en een perfectionist!), dus ik merkte al snel dat ’ie het eigenlijk allemaal liever zelf deed. Ik begrijp het ergens ook wel, dat hele simpele rekje voor in de badkamer bijvoorbeeld. Heb ik dat ding in elkaar gezet, blijven er wat schroeven over. Dan denk ik: yo, hij staat, wiebelt niet en past daar fantastisch in dat hoekie. Ook keek ik behoorlijk vaak achterom of hij niet zag dat ik druppels verf op de grond knoeide. Er zat standaard een nat doekje in mijn achterzak om het gemors meteen weg te kunnen vegen (vooral voetstappen door het huis).
Samen met mijn beste vriendin besteedde ik een hele aan het omtoveren van de donkerrode slaapkamer naar een witte. Soms kwam hij even gluren en zag hij ons klunzen, maar hij bleef ons geduldig adviseren en liet niks merken van zijn gezucht en gesteun.
“Wat laat hij ons toch goed onze gang gaan en helpt hij waar nodig en ergert zich niet aan onze slordigheid en aan het bed (waarvan we geen zin in hadden het even op te schuiven) dat onder de verf zit”, bespraken we met elkaar. Maar de volgende dag zei hij toch nog even tussendoor: “Oh ja, ik heb ook nog een keer de slaapkamer gedaan trouwens.”
Goed, ik heb me proberen nuttig te maken, want ik wilde niet alleen maar heel goed zijn in de walk-in closet en keuken in te richten en ik heb afscheid genomen van mijn poppenhuis in De Pijp in Amsterdam en dat was al een behoorlijk klus. Ik maakte het gelukkig een beetje goed door de catering op de verhuisdag.
Nog even over die klerenkast
Dat is namelijk nog best een verhaal. Met trots en veel opwinding had ik mijn droomkast zelf samengesteld en die werd bezorgd. In 60 stukken, dus alle broers waren opgetrommeld om ‘m in elkaar te zetten. Hij was ietsje langer dan vier meter zodat het (logeer)bed van 1.60 m er exact naast paste, maar dan ook echt exact. Wat denk je? 20 centimeter te lang was die kast. Hoe godvergeten in godesnaam heb ik het voor elkaar gekregen? Niet een klein centimetertje ofzo, maar TWINTIG CENTIMETER. Ik zag de stoom uit de oortjes van de boy, maar hij bleef rustig. Goed, kast weer uit elkaar, terug naar de Ikea en geruild voor een kleiner formaat. Kast weer in elkaar en daar stond ’ie. Nog even mooi, gelukkig, alleen een piets kleiner (20 centimeter missen in je kledingkast is veel, moet je weten).
Oké, de verhuisdag was daar. Mijn bed werd opgehaald uit mijn oude huis en kon meteen naast de kast, zoals bedoeld. Wat denk je? Heb ik dus altijd op een 1.40 m lang bed geslapen (wist ik veel) en zou het dus wél allemaal precies passen met die (te lange) kast. Snap je het nog?
Ik ga maar heel erg veel koken en ik kan ontzettend goed opruimen (ik ben ook heel goed in het maken van een zwijnenstal, maar dat terzijde), hopelijk kan ik daarmee de boel compenseren en vindt hij mij nog steeds de leukste.