Amayzine

Fun & Famous

de macht van uitroeptekens

Misschien komt het doordat ik een schrijvend beroep heb of doordat ik gewoon een ontzettend zeikerd ben, maar ik ben dus zwáár allergisch voor uitroeptekens. Elke zin die wordt afgesloten met een uitroepteken verliest direct elk spatje intellect en klinkt alsof een jonge hysterische tiener aan het woord is. Als je uitroeptekens nodig hebt om je zin kracht bij te zetten, dan moet je een betere zin maken. Zo simpel is het.

Als ik in een tijdschrift, website, blog of waar dan ook een column of artikel met uitroepteken voorbij zie komen, gaan m’n nekharen overeind staan, zo erg is het inmiddels. Ook neem ik de schrijver in kwestie meteen niet meer serieus. Als er sollicitatiebrieven binnenkomen met uitroeptekens erin, heb je goede kans dat je zonder gesprek meteen op de nee-stapel komt te liggen, and I’m not even sorry about that.

‘Een zin die een leesteken nodig heeft om duidelijk te maken wat er wordt gezegd is een slechte zin.’

Een zin die een leesteken nodig heeft om duidelijk te maken wat er wordt gezegd is een slechte zin! En bovendien komt alles meteen zo gillend en overdreven over! Alsof je de hele tijd op de barricades staat te protesteren! Er zijn natuurlijk uitzonderingen. In losjes geschreven e-mails komt er nog wel eens een uitroepteken uit mijn hand en ik gebruik vaak de afsluiter: “Liefs! xxx L.”

Een tijd terug realiseerde ik me dat er momenten zijn waarop een uitroepteken niet alleen nog net acceptabel is, maar ook echt onmisbaar. Een vriendin en ik waren al whatsappend op zoek naar een datum om af te spreken. Dat is bij ons altijd een enórm gedoe: we reizen allebei veel en hebben een volle agenda, dus we kwamen serieus uit op een datum eind mei. “Dit keer mogen we niet afzeggen hoor”, stuurde ik haar. En zij reageerde dat deze datum “in de muur gemetseld staat.”

Totdat ik een paar dagen later toch moest afzeggen, er kwam een reisje tussendoor. “Sorry sorry sorry, don’t hate me, maar ik moet ons weekend naar het buitenland. Heb jij de 21e nog vrij? Anders de week daarop? Kus.” Dat is letterlijk wat ik stuurde. Ze reageerde niet en een week later had ik nog steeds niets gehoord, maar ze had m’n bericht wel gelezen. We zeggen elkaar wel vaker af, zó boos kon ze toch niet zijn?

‘Ze was niet pissig om het feit dat ik afzegde, ze was pissig om de manier waarop.’

Dus ik besloot haar te bellen. Lang verhaal kort: ze was niet pissig om het feit dat ik afzegde, ze was pissig om de manier waarop. “Ik vond het echt zó’n bot kutbericht, daar had ik even geen zin in om op te reageren.” Nu is het zo dat ik er wel vaker last van heb dat mensen me botter vinden dan ik bedoel, maar nu was ik me echt van geen kwaad bewust. Ik analyseerde m’n bericht nog eens en dacht toen: godsakke, ze heeft gelijk. Want vergelijk de volgende berichten eens:

“Sorry sorry sorry, don’t hate me, maar ik moet ons weekend naar het buitenland. Heb jij de 21e nog vrij? Anders de week daarop? Kus.”

“Sorry sorry sorry! Don’t hate me! Maar ik moet ons weekend naar het buitenland. Heb jij de 21e nog vrij? Anders de week daarop? Kus!!!”

Het eerste bericht is vrij zakelijk en kortaf, in het tweede bericht ‘hoor’ je opeens hoe erg ik het vind dat ik moet afzeggen. Dus: lesson learned. Vanaf nu strooi ik in berichten waarin ik iets moet zeggen dat misschien vervelend over kan komen met meer dan genoeg uitroeptekens, dan kan daar in ieder geval geen misverstand over bestaan. En als ik iemand vervelend vind en dat wil duidelijk maken zonder expliciet ruzie te voeren, doe ik lekker passief agressief: “Oké. Is goed. Spreek je later.”

Toch lang zo gek nog niet hoor, dat uitroepteken!

Love & Sex
Top 3
Trending Topics
Top 3
BY May-Britt Mobach