DE BROWPSYCH
“Waar heb je je wenkbrauwen gelaten?” De toon is gezet. Ik ben bij Roya, a.k.a. de goeroe, a.k.a. de hoop van bekend Nederland, a.k.a. de vrouw achter de brow. Jaren geleden vertelde een visagiste me het geheim achter haar perfecte wenkbrauw. Dat was na maandenlang smeken en uiteindelijk strategisch inzetten van steekpenningen.
Roya was het magische woord. Roya is de verantwoordelijke van de coole looks van Renate Gerschtanowitz, Lieke en Jetteke van Lexmond, alle hippe deernes uit de stad en ook Connie Breukhoven (die nu natuurlijk anders heet maar anders heb je geen idee over wie ik het heb) gaat minstens een keer per maand in horizontale stand bij Roya.
Roya spreekt me bestraffend toe. Herhaald, goddank, want anders had ik een vermorzeld ego gehad. Zeventien keer hoor ik dat ik ‘een heel erg mooi gezicht heb’, maar daarna moet ze gecontroleerd ademhalen om het leed van mijn verdwenen wenkbrauw weg te puffen.
“Zo’n mooi gezicht,” zucht ze verder “Maar een wenkbrauw van een oude dame.”
Er was een tijd, moet je weten, dat ik een ontzettende volle bos had boven mijn ogen. Echt, Brooke Shields was er niets bij. Maar dat kon niet zo, halverwege de jaren negentig. Dus tweezermande ik dat het een lieve lust was. Als ik voor elke verwijderde haar een euro had gekregen (al was het toen nog gulden-tijd), dan had ik nu een onbeperkt account bij Net-A-Porter kunnen hebben. Dat haren aan de bovenkant van je wenkbrauw niet teruggroeien was me heus wel verteld, maar dat vond ik eigenlijk wel goed nieuws. Want lelijk, dat vond ik het. Herstel: dat was het.
Maar toen ineens was daar Maartje Verhoef en de wenkbrauw was aan. Niet epileren was het devies. Deed ik ook braaf, maar er gebeurde te weinig. Dus moest ik naar Roya om raad. We moesten twee maanden eerder reserveren, zo warm is het stoeltje daar. Het kon ook nog eens alleen een dag na de Look of the Year Awards, dus we zouden brak in het stoeltje liggen. Maar soit, alles voor Roya, zelfs al was ik er nog nooit geweest. “Je linkerwenkbrauw zit hoger dan de rechter. Die zit namelijk bij je hart dus die spier beweegt intenser.” Zo had ik er nog nooit over nagedacht.
“En je voorhoofd is best breed, dus die wenkbrauw moet ook iets breder. En hij moet omlaag.” Toen ik bijna verkrampt in de kreukels lag (en ik had natuurlijk ook best nog een kater van het feest, alsof het allemaal niet erg genoeg was), kwamen haar verlossende woorden. “Geef me een halfjaar. Of een jaar. Maar het komt goed. Het komt goed.”