HEY, HET IS OKÉ
Als je even niet helemaal lekker in je hum zit
Het begon allemaal na het lezen van een artikel in de Volkskrant over waarom je het wél vaker moet hebben over de dood. Hoe mensen je behandelen na het verlies van een dierbare en vooral het verwerkingsproces waar eigenlijk niemand iets van af weet totdat je zelf in de situatie belandt waarin je afscheid hebt moeten nemen van iemand die je dierbaar is. Sommige mensen vergelijken rouwen met een depressie: stemmingswisselingen, verwardheid en boos zijn. Ik zie de overeenkomsten wel, maar om te zeggen dat ik depressief ben, nee, dat weer niet. Maar ups and downs, een soort rollercoastergevoel – ik herken het.
Mirthe Berentsen van de Volkskrant sprak ook over het rouwproces, of ja, rouwverlof noemde ze het, en hoe men tegenwoordig wil dat alles altijd maar snel gaat. Sowieso alles wat digitaal is, alles moet snel snel snel, dus ook rouwen. Standaard krijg je in Nederland drie dagen calamiteitenverlof bij het overlijden van directe familieleden en heus dat je baas je nog meer vrije dagen geeft, maar hierdoor ben ik me er ook van bewust in wat een ‘luxe’ (gek woord hiervoor eigenlijk) positie ik zit als het gaat om mijn zogenaamde rouwverlof. Werken voor iemand die je alle tijd en ruimte geeft om om te gaan met je verdriet is niet vanzelfsprekend, maar iets wat ik wel heb gekregen.
Ik kan niks anders zeggen dan dat ik het met Mirthe eens ben. De dood móet bespreekbaar worden. Wisten jullie dat rouwverwerking niet eens in de basisverzekering zit? Een schande eigenlijk, want juist als je alles ‘snel’ wilt hebben, zijn hulpverleners zoals psychologen goed voor je. Mensen die je laten weten dat verdrietig zijn oké is. Dat je het mag laten zien. Maar dat laten zien is easier said than done. Het moet oké zijn als je even niet helemaal in je hum zit, als je verdrietig bent. Spreek het uit, dat is de eerste stap om ervoor te zorgen dat het weer wat beter met je gaat.
Vorige week gebeurde het bij mij weer. Je bent aanwezig bij de leukste lunch van het jaar om te de tweede editie van het magazine te vieren, bent aan het naborrelen met collega’s over hoe gezellig het was en opeens hoor je het. Een nummer dat je sinds de crematie van je eigen vader niet meer hebt gehoord. Een nummer dat je overigens nóóit ergens hoort. Zit je weer hoor, mascara tot aan je kin terwijl je kort daarvoor nog heb gezegd hoe blij je was dat je je in tegenstelling tot de vorige lancering van het magazine eíndelijk een keertje droog had kunnen houden.
Verdriet komt in vlagen. Dat van mij altijd op de gelukkige momenten in mijn leven. Maar ik zie het als iets positiefs. Dat hij er gewoon nog is op alle momenten die voor mij belangrijk zijn. Een soort schouderklopje in de vorm van een traan; ‘Kind, je doet het goed.’ Of in mijn geval Truus of Trien of whatever gekke naam hij passend vond. Zesentwintig jaartjes, het liefst had ik het dubbele gehad, maar ik ben me er van bewust dat er mensen zijn die zelfs dat niet krijgen and so I am grateful. En op momenten dat ik me een beetje down voel, praat ik erover. Zoals nu, met jullie, want het is helemaal oké als je even niet helemaal in je hum zit.