Amayzine

Levenslang tegen de kilo’s

Toen ik nog slank en strak was (ja, dat was ik ooit), vond ik mezelf toch nog te dikkig. Achteraf had ik dit moment moeten koesteren, honderdduizend foto’s moeten maken als bewijslast en vast moeten houden aan dat lijf. Smulpaap en antisporter als ik ben hield ik vooral vast aan de vino’s, kaasplanken, het versnellen van de pas bij een sportschool en gegratineerd goed over smakeloze ovenschotels (de keukenprinses in mij ontwaakte pas later). Ik ben een Bourgondiër. Een vriendin (die van dat getrouw) zei me eens dat ik gemaakt was voor de Brabantse gezelligheid, gastvrijheid en Bourgondische inslag.

Nou, die inslag heeft zich gevestigd en hoe. Rond de middel om precies te zijn. Ook nog wat leftovers op de benen en wat grammen aan de bovenarmen. Bij een overschot aan kaasstengels hou ik angstvallig mijn kin de lucht in, om niet betrapt te worden op een dottig vetrandje in de hals. Precies dat en al twaalf steggelende jaren.

Nu mag ik in mijn handjes knijpen met mijn geliefde. Hij houdt van iedere ons of gram meer en vindt me altijd de mooiste. Een luxe is dat hoor, maar het zorgt ook dat je jezelf schikt in die extra kilo’s. Ze voelen bijna comfortabel aan. Ook al doe je het voor jezelf en bladiebladiebla. Die zekerheid maakt je makkelijk. Afgezien van die keren in het pashok wanneer je met de kneiterharde waarheid wordt geconfronteerd, als in: je moet een maat groter. Dat is dan weer wat minder makkelijk.

Vier jaar terug was ik het zat. Na een mislukte stoppen-met-roken-poging snoepte ik er tien kilo aan en dat moest eraf. Ik viel terug op een scala aan soepen, knabbelde aan bleekselderijstengels en liep iedere avond minimaal een uur (lopen is het nieuwe ding, hier het bewijs). In de ochtend mediteerde ik nog zo’n tien minuten voordat ik op mijn spinningbike sprong om tien minuutjes weg te trappen. Vijftien kilo, gone. In een jaar. Vijf-tien. Oh, dun was ik niet, want dat is een utopie met mijn bouw. Maar wél in vorm. En met een nieuwe garderobe rijker, want alles zakte van de billen. Goed excuus.

Het is twee jaar later en ik schets de huidige situatie even. Mi-ni-maal vijf kilo in de plus. Misschien meer, maar ik durf niet op die weegschaal. De knop is verre van om. Ik wil wel, maar ik doe het niet. De Viognier smaakte me gister weer extreem goed, net als dat begeleidende kaasje. En dan vertel ik je niks over die stiekeme bittergarnituur bij mijn witte Vedett zondag. Het is hopeloos. Zo hopeloos dat ik nu nog een keer wilde tikken dat ik dus écht wel wil, maar het niet doe. En je weet wat het gevaar is van herhaling: dat onthoud je. Ik wil zelfs zo graag, dat ik enthousiast raak van verhalen over sport. Weiiiiird.

Weet je wat het is? Het is gewoon zo. Ik ben meerdere kilo’s aan gezelligheid, omdat ik dit ben. Negen keer geef ik er geen reet om en de tiende keer is die reet me wat te aanwezig. Dat betekent niet dat ik me nestel in die wetenschap, want je moet wel een beetje bezig blijven. Alleen dit keer beloof ik niks en stel ik geen doelen, want ik word alleen maar afgestraft door corrigerende blikken als ik mezelf op een overheerlijke hambo trakteer. Ik doe het op z’n Harry Potters: ineens is het gewoon zo. En je kan van één ding op aan, dat het een paar jaar later ook gewoon weer zo is maar dan andersom. Ha.

By
Adeline spit met een doppio espresso elke morgen het nieuws, verse magazines en stapels boeken door. Als het even kan niet vanaf thuis, maar lekker remote werkend ergens ter wereld.
27-06-2017
Love & Sex
Top 3
Trending Topics
Top 3