Liefs uit thailand
Lieve Simoon,
Je gelooft niet wat me net is overkomen. Zit ik lekker op het balkon van mijn Thaise paradijsje aan de Mekong-rivier, komt er ineens een tropische vogel aangevlogen. All the way from Gambia met het zweet op de snavel om jouw brief zo snel mogelijk aan mij te bezorgen. EEN PENVRIENDIN! Die shit gaat all the way back, ik hou ervan.
Wat een verhaal trouwens, van je vlucht. Wat betreft die huilende baby heb ik hier meteen de perfecte oplossing voor je. Moet je wel naar India, maar daar ben je ook nog niet geweest, toch? Pakken we meteen door. Maar denk maar niet dat het hier helemaal soepeltjes ging, want toen ik mijn bakbeest van een koffer automatisch wilde inchecken op Schiphol, spuugde het apparaat het ding nog net niet uit. Iets met een error en gegevens op een paspoort die niet helemaal juist ingevoerd zijn in het systeem. En een ‘ga naar een servicebalie’ waar een intense rij stond. En een vliegtuig dat op zich over niet héul lang zou vertrekken dus dat van die zweetokkies hadden we gemeen. Maar na een halfuur panisch op de telefoon getuurd te hebben in de rij en twee gesprekken met de stewardessen in de blauwe pakjes mocht mijn leven op wieltjes dan toch mee.
Anyway, eenmaal aan boord bij mijn matties van KLM liep alles op rolletjes. Die tien uur durende vlucht? Ja gut, het was lang, maar kijk twee films en tik wat stukkies op je laptop en het is best te doen. Het eten? Hier geen kleffe broodjes, maar fruitsalades, pasta’s en kóude cola. Niets te klagen dus. Iets minder is wel dat ik letterlijk geen minuut heb geslapen tijdens de nachtvlucht waardoor ik ’s ochtends als een brakke tak op Bangkok airport landde. En dan gaat de tijd nog even zes uur vooruit. Die stad, Simoon, het is niet normaal. Overal lopen mensen. Het zijn net mieren. Sommige dragen zelfs mondkapjes. Je haar waar je altijd zo om geeft? Forget about it. Pluiskopje it is voor de komende acht dagen en ook mijn pony moet iedere ochtend woest getemd worden wil het niet op een uitgedroogde cavia lijken.
‘Enne, wat betreft die Thaise massages, geef wel even aan dat ze je de ‘soft’ version moeten geven, anders trekken
ze je uit elkaar’
Mijn eerste ervaring met Bangkok begon bij de Oasis Spa. Een super fancy oord waar we –houd je vast- een TWEE UUR DURENDE massage kregen om bij te komen van de vlucht. Ik viel zo’n zes keer half in slaap en heb volgens mij wat DNA-kwijltjes achtergelaten op de massagetafel, maar echt, verder I’m oké. Enne, wat betreft die Thaise massages, geef wel even aan dat ze de ‘soft’ version moeten geven, anders trekken ze je uit elkaar. Maar echt. Dat Gambiaanse worstelen is er niets bij.
Dan komen we nu bij jouw favo onderdeel. Want zoals je weet maakt reizen hongerig en daarom rolden we ook meteen door naar ons eerste culinaire hoogstandje bij het traditioneel Thaise restaurant: At-Ta-Rote (geloof me, foodie, alleen voor de ambiance wil je al meteen een vliegticket boeken). De bediening is hier zo aandoenlijk lief dat je er bijna ongemakkelijk van wordt. Iedereen buigt voor je en geeft je een nederige glimlach met het hoofd omlaag. Is heel normaal en beleefd hier, dus mocht je hier ooit zijn buig dan netjes terug, wordt gewaardeerd. De schoentjes laat je lekker buiten staan (lees hier maar waarom trouwens). Eten doe je vanaf een exotisch bloemblaadje met gember en limoen en echt, ik heb allerlei smaakexplosies in mijn mond gevoeld. Zelfs per ongeluk een hete peper waardoor ik bijna moest janken. Enne, die kokosnoot waar je het over had; nou, die hebben ze hier, hoor. Even groot als je hoofd met een rietje erin. Hoppa. Een beter drankje kan een mens zich niet wensen. Oh, die lycheecocktails zijn hier trouwens ook helemaal het einde. Die proefde ik gisteravond in een rooftopbar in Bangkok (nog een reden om deze kant op te komen dus). Ben je al een beetje om?
‘Het mooiste uitzicht dat ik ooit heb gezien: de Mekong-rivier’
Verder zijn we vandaag vanaf Bangkok met een binnenlandse vlucht van een uurtje doorgevlogen naar Loei, het ongerepte noorden van Thailand. Ik heb nog nooit zoveel rijstplantages en mooie groene plekken gezien in mijn leven denk ik, en er is geen TOERIST te vinden. Niet één. Het is geweldig. Ik ben net ingecheckt in ‘The Old Chaing Khan Boutique Hotel’, waar ze acht supertraditionele en te schattige kamers hebben. Alles is van hout, wederom blijven de schoentjes bij de voordeur staan en ik heb het mooiste uitzicht dat ik ooit gezien heb: de Mekong-rivier. Waar het zonnetje overigens nu onder aan het gaan is en ik moet die tropische vogel van jou ook nog even een drankje aanbieden voor het vliegen, dus het wordt tijd om die laptop aan de kant te knallen.
Hou je taai in de rimboe, enne, als het niet lukt om een aapje mee te nemen, dan heb ik ook nog twee salamanders in de aanbieding. HOLY SHIT. Ik zag ze net ineens over de muur van mijn hotelkamer heen schieten. En hier komt het gekste: ze communiceren met elkaar door geluidjes te maken die op dolfijngekwetter lijken. Ik maak geen grap. Dat wordt een spannend nachtje dus. Als ik hierna niet meer terug kan penvriendinnen, ben ik in de nacht aangevallen door twee woeste salamanders met trioplannen. Maarrrr, dan heb ik daarvoor nog wél even de mooiste zonsondergang ever gespot. Dat dan ook wel weer.
P.S.: Ik chill ‘m nog even lekker met je birdie op het balkon en dan stuur ik haar na een nachtje rust weer richting Gambia. Zorg jij dat je in de tussentijd een leuke vent aan de haak slaat? Ik verheug me op je verhalen.
P.P.S.: die pad thai van je is he-le-maal de shit. Ik vond groenten nog nooit zo lekker.
Dikke lebber vanuit Loei!
Kiek