‘Misschien moet je die eerste twee dagen op vakantie je telefoon gewoon uitzetten.’ Hij. Zei. Het. Echt. Ik schoot meteen in de defensieve modus, als die modus überhaupt bestaat. Nee, nee, nee. Tuurlijk wil ik heus m’n werk-apps op stilletjes zetten (en dan stiekem spieken als hij aan het snorkelen is), maar uit? M’n telefoon uit? Oké, wel gewoon blijven ademen nu.
Zat ik daarna toch een beetje te schuiven op de bank, want ik had natuurlijk wel door dat een lichte paniek opzette toen hij het voorstelde. En dat, da’s toch niet gezond? Misschien heb ik wel nomophobia. Ja, het bestaat dus echt: no-mobile-phobia. Schijnt een remedie voor te zijn, en die heet The Offliners. Ga je 55 uur mobielvrij de natuur in. Wél in een superdeluxe kamer, beetje in het kampvuur turen, een wijntje in een hottub (oooh yeah), een massage, uurtje pilates of yoga, gewoon in Nederland en níets van dit alles op Instagram posten. Wat een genot, wat een rust, wat een strak plan. Ik ga een retreat boeken, zie ik je daar?