Daten als je 30 bent: deze dingen herken je
Ik geef het maar meteen eerlijk toe: ik ben nooit een held geweest in daten. Ik ben wel een held in het áfzeggen van dates, dat dan weer wel. De last-minute spanningen worden me dan te veel en de bank met dekentje en film lijkt ineens zoveel aantrekkelijker. Twee minuten later is het afzegappje verstuurd en installeer ik me make-uploos in joggingbroek op de bank en kijk voor de honderdste keer Bridget Jones Diary of Mean Girls. Treurig beeld krijg je zo wel van me, hè? Nou, ik kan je vertellen: met deze tactiek kom je inderdaad niet aan de partner. Het duurde een aantal jaar, maar daar ben ik nu wel achter: deze way of life is wel de slechtste manier om iemand te ontmoeten.
En eerlijk gezegd voelde ik die druk ook nooit zo. Maar nu ik dus ineens écht bijna die Big 3-0 aantik (ik durf het woord niet eens uit te spreken) en er om me heen ineens een babyboom lijkt te ontstaan, denk ik af en toe wel: moet ik mezelf dan toch maar weer die datingvijver inwerpen? En zo ja, hoe pak ik dat dan in godsnaam aan? Toch maar aan de Tinder en Happn en hopen op mijn swipe op het witte paard? Veel van mijn vriendinnen zijn inmiddels samenwonend (sommige dus al met baby of zelfs het meervoud hiervan), maar ik heb af en toe het idee dat ik dat nestel-gen een beetje mis ofzo. In ieder geval bevalt het daten me nog steeds niet zo, ook nu ik bijna geen twintiger meer ben.
Zoals Robbie Williams zo leuk zong: all the best women are married, all the handsome men are gay. Dat is een beetje hoe ik me in deze datingvijver voel. Niet dat alle mannen die ik aantrekkelijk vind meteen homo zijn, maar óf ze zijn getrouwd, bezet, verliefd of verloofd, tien jaar jonger dan je eigenlijk dacht of juist tien jaar ouder dan je voor jezelf als max hebt. Waar je vroeger zo een jongen binnen hengelde in de kleine Cooldown of de Bubbels (de vrijgezelle Amsterdammers kennen deze plekken ongetwijfeld), moeten ze nu door een hele ballotagecommissie, lijkt wel. Want ja, je bent nu ‘volwassen’ (al voel ik me allesbehalve), dus je zoekt ook wel echt iemand waarmee je iets van een toekomst kan beginnen, toch? Dat is tenminste wat er om je heen wordt verwacht en zo wordt elke man waarmee je even staat te praten meteen gebrandmerkt als een potentieel kerstdinerdate. Benauwdheid alom bij mij.
En hoe erg m’n vriendinnen ook het beste met me voor hebben en hoe vaak ze ook iemand aanwijzen en zeggen: ‘Nee, maar hij is toch leuk?’ of dat ze zeggen: ‘Nou, geef hem gewoon één kans’, ik voel ‘m niet, hoor. Noem me kieskeurig of veeleisend, maar ik heb altijd gedacht dat het gevoel wel snel goed moet zitten. Niet meteen liefde op het eerste gezicht, maar als je na een uur halfdronken gepraat nog steeds geen gespreksonderwerp hebt, gaat dat nuchter onder een dinertje vast niet anders, ben ik bang. Dus ook al wordt de vijver waarin ik momenteel vis er niet groter op, die knappe snoekbaars voor mij zit er vast wel tussen.
En weet je? Zo niet, ook goed. Dat is in ieder geval wél iets wat ik heb geleerd van het hele datingleven: kieskeurig zijn mag best. En ik ga in ieder geval niet settelen met iemand omdat je het idee hebt dat dat zo ‘hoort’ of dat je nu wel de ‘leeftijd’ hebt waarop je toch wat serieuzer of meer gebonden moet worden. Vrijgezel zijn is namelijk ook oké, al heeft niet iedereen dat door naarmate je ouder wordt. Dus wie weet schrijf ik gewoon precies hetzelfde stuk weer over tien jaar, maar dan wel met een kat of twee meer in huis, denk ik. Crazy cat lady incoming.