Helemaal de hots voor Kopenhagen
Of ik mee wilde naar Kopenhagen? Ik tikte mijn antwoord in gigantische kapitalen en uitroeptekens, die ik natuurlijk weer verwijderde voor verzending. Want Kopenhagen en ik, ik en Kopenhagen, ik weet niet helemaal wat het is, maar ik heb altijd gedacht dat we bij elkaar passen.
KLM vloog ons in een uurtje naar de Deense hoofdstad, ik stond binnen een nanoseconde buiten want handbagage (waar ik alles in had weten te krijgen), en ik was met een kwartier in het hotel. Moxy is anders dan anders, ze is cool, ze kleurt buiten de lijntjes en ze staat als eerste op de bar met happy hour. Zo zou ik me haar als persoon voorstellen. De lounge en bar zijn er ook om te zijn en niet om je tijd te doden als je op de taxi naar het vliegveld wacht. Je hebt een fijne werkhoek (met genoeg stopcontacten), voor een pauze verkas je naar de game room en een versnapering fix je zelf bij de snackcorner. In de morgen spring je even op de loopband of je pakt buiten gewoon een fiets, want in Kopenhagen fietsen we.
First stop: Nørrebro
En dan eigenlijk vooral de Jægersborggade, een straat met zo’n veertig art galeries, vintage winkeltjes (ga hierheen voor je Levi’s) en antiekshops. Je zag trouwens nog nooit zo’n sustainable straat in je leven, geen fast fashion voor de locals hier. Bij het supermarktje op de hoek vul je zelfs je eigen potjes, flessen en zakjes, want zo proberen ze de aarde een mooie plek te laten zijn. In elke winkel waar je binnenloopt wil de Deen in kwestie weten wie je bent, wat je komt doen en hoe je zijn of haar stad ziet. Stop halverwege even voor goddelijk ijs bij Istid, natuurlijk huisgemaakt en organic.
Nyhavn moet je zien
De gekleurde huizen zijn zoals op de foto, de terrassen zitten vol en op de rand van de kade vind je de inwoners van de stad met een zelf meegebracht biertje of een fles wijn. Oh ja, en je struikelt over zo’n triljoen toeristen, dat ook. Ga daarom vroeg. Ik was er zaterdagochtend om negen uur voor een ontbijt met smørrebrod en een gepocheerd eitje, de ideale tijd. Zo ’s ochtends zie je pas echt hoe uitzonderlijk knap de Nyhavn is.
Doe Reffen de local way
Per boot naar Reffen, waar ‘reduce and reuse’ de mantra is. De food market heeft plaats voor vijftig start-ups, die allemaal drie jaar mogen blijven om naam te maken voor ze op eigen benen gaan staan. Uit uitgedoste en opgeknapte zeecontainers verlicht met lampjes komt het lekkerste streetfood tevoorschijn. Curry, food from Jamaica, een pizzaatje, mediterraanse lekkernijen, een goede burger, sushi; je vindt er waar je zin in hebt. Maar wat je vooral gaat opvallen is de Deense vide, die zo manaña is dat je nooit meer weg wil. Dus kruip je met een dekentje bij het vuur en kijk je naar de zonsondergang.
Spelen in Tivoli Gardens
Middenin Kopenhagen ligt het oudste pretpark ter wereld. Daar waar zelfs Walt (je weet wel, van Disney) inspiratie opdeed voor zijn eigen wonderland. En if it’s good enough for Walt… Nu ben ik niet zo van de achtbanen, maar zelfs dan is het de moeite van het gaan waard. Tivoli is sprookjesachtig mooi en ook het thuis van Gemyse, één van de beste veggie restaurants ter wereld. Vraag om een stempel en ga als je in de buurt bent ’s avonds nog even terug om de lichtjes te zien, geen irritant knipperend schouwspel maar een duizend-en-een-nacht-tafereel.
Eten bij het Meatpacking District
Overdag is het wat je denkt dat het is, maar ’s avonds is het een ommuurde playground met de coolste restaurants en bars. Ik at bij Paté Paté, waar je een moeilijk goede risotto kunt bestellen en de drankjes van Noho smaken naar meer.
Kopenhagen, ik ben op je en ik kom snel terug.