Wil je graag een kind?
Ze zeggen weleens dat je op het moment dat je een kind krijgt je niet meer voor kunt stellen hoe je leefde zonder hen. Nu kan ik me een leven zonder hun liefde niet indenken, maar ik weet nog best goed hoe het daarvoor was.
Een wasmachine die maar een keer per week, max twee draaide, de vaatwasser die je ’s avonds voor de vorm aanzette, maar die dan nog maar voor 60% gevuld was, altijd alleen maar boodschappen doen voor een dag, zelf bepalen wanneer je gaat slapen, hoe lang je dat vervolgens doet en wanneer je wakker wordt, muziekje aan als je opstaat… Geen idee waarom, maar zodra je kinderen krijgt verdwijnt dat fenomeen van een muziekje opzetten. Ik denk dat dat is omdat je al een overdosis aan geluid hebt. Ik herinner me dat ik nog geen kinderen had en ik mijn moeder-collega’s die op woensdag niet werkten “een lekker dagje morgen” wenste. Zij snoefden dan altijd: “Lekker dagje? Lekker dágje? Jij hebt zó nog geen kinderen. Woensdag is de hel.”
Inmiddels kan ik meepraten over de waanzinnige woensdag en moet ik lachen als Kiki mij, zeg, rond half vier belt om een onderwerp te bespreken. Daarom voor iedereen die speelt met de gedachte de pilstrip door de plee te spoelen: lees even het verslag van zomaar een woensdag in juni.
We staan op. Terwijl ik de sinaasappels uitpers lees ik drie kranten. Ja zo lang duurt dat als je vijf mensen van vitamientjes wilt voorzien.
Haren borstelen, tanden poetsen, tussendoortje. Heb je alles? Ik ga met mijn jongste naar de huisarts want ze is ineens zo doof dat ik sta te schreeuwen wat ze op haar brood wil op een geluidsniveau alsof ze onverwachts de snelweg oversteekt. Of mijn geliefde even langs haar klas wil lopen om te zeggen dat ze iets later is.
Wij naar de huisarts. In de wachtkamer zijn ze bezig met het Guinness Record van hoeveel mensen je in een ruimte van vier bij vijf kunt stapelen. Geliefde belt. De klas van mijn jongste is leeg. K*t. Sportdag. Totaal vergeten. Ik app de juf. We komen straks daar naartoe. En waar is het eigenlijk? We lopen maar even naar huis, dan haken we straks wel aan in de polonaise die de wachtkamer heet. Laptop open, ik tik twee stukken.
Moeders op de app. Sportdag wordt afgelast.
Terug naar de dokter. Oorontsteking. Meisje naar school. Laptop weer open. Ik heb nog anderhalf uur voor mezelf. Hond aan mijn voeten. Die wil ook wat. Ik tik tot kwart voor twaalf, dan een halfuurtje met de hond en dan komen de kinderen.
We moeten naar de apotheek. Of dat ook op de fiets mag. Als we doortrappen redden we dat net, want paardrijden en Avond4daagse. Bij de apotheek duurt en duurt het en ach, nu we er toch zijn halen we meteen mijn jurken op bij de stomerij. En we gaan nog even langs Marqt. We fietsen heel hard terug. Slecht voor mijn hart, deze route, want mijn jongste heeft net een nieuwe fiets die eigenlijk iets te groot is en een kwartel heeft een scherp gehoor vergeleken bij haar, dus mijn “Kijk uit, een auto!” en “Het stoplicht is roooohoood” hoort ze dus niet.
Thuis. Regen. Geen sleutel. Vergeten. Ik kieper mijn tas om. En nog eens. Ik bel aan bij de buren. Niet thuis. Ik app de buren. “We zijn in Marbella, sorry.” Als mijn dochter vraagt “Zijn we op tijd voor paardrij?” vechten huilen en lachen heel hard om de eerste plaats. Want de hond zit binnen en ik moet mijn oudste dochter om 15.00 uur ophalen en mijn autosleutel ligt natuurlijk ook thuis. We vluchten naar een buurvrouwvriendin. Cola light en watermeloen “wat moeten we nu?” en “je kunt mijn auto natuurlijk lenen”.
Dan een idee. De overburen hebben vast de sleutel van mijn buren. Dan breek ik zo in en pak ik alsnog mijn sleutel. Het lukt. Kind ophalen, terug langs huis, paardrijlaarzen aan, caps mee, baksteen op het gaspedaal en naar de manege. Rijden, wandelen, paarden aaien, we moeten gaan. Hond uitlaten, soep opwarmen (je moet het soms een beetje makkelijk maken voor jezelf) en naar de Avond4Daagse. Geliefde staat in de file. Wij staan ieder op ons startblok. Op de minuut hoor ik zijn banden ons straatje in rijden. Fietsen, hijgen, zweten, duwen. De Avond4Daagse geeft ineens rust. Even tien kilometer niks aan ons hoofd, nergens op tijd moeten zijn. Alleen maar lopen.
Nou, dat dus. Lekker dagje, niet?