Plop: goed nieuws als je van rosé en prosecco houdt
Zeg wijn, snacks of haute cuisine en de smulpapen van online foodmagazine FavorFlav weten waar te drinken, hoe het te eten en wat te koken. Dit keer serveren onze cheffies je: de rosé prosecco.
Er werd al een tijdje gefluisterd over de start van de productie van een roséversie van de beroemde Italiaanse fizz en nu is de kogel door de kerk: roséprosecco komt eraan! En geloof me: dikke kans dat pink prosecco hét nieuwe zomerdrankje wordt.
Het ‘levenselixer’ prosecco is voor Noord-Italië wat champagne is voor Frankrijk en cava voor Spanje: ’s lands beroemdste bubbel. Gek eigenlijk, dat er al jaren een duizelingwekkend aantal flessen prosecco de wereld over vliegen (ter indicatie: in 2018 waren dat er zo’n 600 miljoen (!) – bijna twee keer zo veel als champagne) en dat er nooit roséprosecco is geproduceerd. Want roze bubbeltjeswijn is niet alleen heel vrolijkmakend en lekker, het is ook ongelofelijk populair. Roséchampagne en rosécava bestaan dan ook al tijden. Goed nieuws voor proseccoliefhebbers die wel houden van roséwijn; onlangs keurde het Italiaanse ministerie voor Landbouw het goed dat er een roze variant gemaakt mag worden van de vrolijke Italiaanse mousserende wijn.
De ene prosecco is de andere niet
Net zoals champagne alleen zo mag heten als het uit Champagne komt, heeft prosecco ook een beschermde herkomstbenaming (DOC). Prosecco DOC mag worden geproduceerd in vijf provincies van Veneto en in vier provincies van Friuli. Omdat prosecco van de gelijknamige druif is gemaakt, werd er tot een naamsverandering besloten en gaat die druif sinds 2009 als ‘glera’ door het leven. Hoewel dit meer klinkt als een seksueel overdraagbare aandoening dan als een vrolijk druifje, bleek het een slimme zet om de wildgroei van prosecco tegen te gaan en het kaf van het koren te scheiden. Bubbeltjeswijn maken van de gleradruif kan ook op andere plekken, maar de naam prosecco mag dus alleen worden gebruikt voor wijn afkomstig uit het aangewezen gebied.
Prosecco voor luxepoezen
Jawel, prosecco met een hogere status bestaat ook: prosecco uit Conegliano-Valdobbiadene, een prachtig gebied, zo’n zestig kilometer boven Venetië, met een onuitspreekbare naam, ik heb het inmiddels opgegeven, heeft een DOCG-status. DOCG staat voor ‘Denominazione di Origine Controllata e Garantita’ en is de hoogste kwalificatie die je in Italië voor een wijn kunt krijgen. Slechts 15 gemeenten rond de plaatsen Valdobbiadene en Conegliano mogen Prosecco DOCG op het etiket zetten, mits ze aan de strenge eisen voldoen. Die eisen hebben onder meer betrekking op de ligging van de wijngaard, de maximale oogst en de hoeveelheid sap die uit de druiven wordt verkregen. Een klein gedeelte van het gebied, Cartizze genaamd, staat bekend als de grand cru van de prosecco. Hier komen de mooiste (en duurste) prosecco’s vandaan. Bubbels die buiten deze DOCG- en DOC-streken komen, ze bestaan, maar dragen niet de naam prosecco. Wil je indruk maken, koop dan zo’n grand cru prosecco en mompel dan achteloos wat ik je hierboven heb uitgelegd. Succes gegarandeerd.
Het grote verschil met champagne
Hoewel prosecco lekker bubbelt, wordt het op een heel andere manier gemaakt dan die beroemde Franse bubbel. Prosecco wordt (bijna altijd) gemaakt via de méthode Charmat. Hierbij vindt de tweede vergisting in een roestvrijstalen tank plaats, waardoor er een mooie schuimige mousse ontstaat. Het is een minder arbeidsintensieve methode dan die voor het maken van champagne, waar de tweede vergisting in de fles zélf is. Het eindproduct is dus ook betaalbaarder. Prosecco wordt vaak ook een democratische bubbel genoemd; betaalbaar voor iedereen, waar champagne veel kostbaarder is.
Frizzante en spumante
Prosecco kan frizzante of spumante zijn. Bij frizzante, de meest voorkomende variant, tref je een licht bubbeltje aan, het gevolg van een relatief korte tweede vergisting. De wijn is dan ook vaak nog wat aan de zoete kant omdat nog niet alle suikers uit de druiven zijn vergist. Spumante is afgeleid van het werkwoord ‘spumare’, wat ‘schuimen’ betekent. Deze bubbel moet minimaal drie bar druk hebben. In de winkel kun je ze makkelijk onderscheiden: de spumantes hebben een traditionele champagnekurk en de frizzantes hebben een kurk met een touwtje eromheen (spago), een schroefdop of soms een kroonkurk. Bewaarwijnen zijn het niet. Kopen en opdrinken dus.
Instinkertje
Bij spumantes is er een nog ietwat verwarrende driedeling: van ‘dry’ (de minst droge en dus eigenlijk niet ‘droog’ zoals de term doet vermoeden), naar ‘extra dry’ (de klassieke variant, met 12-17 gram restsuiker), tot ‘brut’ (de droogste).
Lekkere binnenkomer
Proseccofans weten: hun favoriete bubbel is fruitig, levendig en fris. Zo’n glas kakelverse prosecco ruikt heerlijk naar wapperende lentebloesem. Tel daarbij op de geur van citrus en groene appeltjes, gecombineerd met de frivole bubbels en het lichte karakter en je hebt de ideale wijn voor een zomerse middag in het park of als binnenkomer bij een feestje. En als-ie dan ook nog rosé gekleurd is, is het helemaal feest.
Van barbecue tot dessert
Natuurlijk is roséprosecco heerlijk als aperitief, maar ook aan tafel zal deze bubbel het goed doen. Wist je trouwens dat ‘aperitief’ van het Latijn komt? Aperire = openen, opent de maaltijd en de appetijt. Wat dacht je van roséprosecco met tonijnsteak, al dan niet van de barbecue, of bij een dessert met rood fruit als frambozen en aardbeien? Of naast een brok donkere chocolade?
Nog even geduld…
Deze zomer al zo’n feestbubbel drinken zit er helaas nog niet in. De verkoop van roséprosecco is pas toegestaan vanaf 1 januari 2021, na de oogst. En vroeg je je af hoe pink prosecco aan z’n roze kleur komt? Dat komt door de druif pinot noir, waarvan 10 tot 15 procent moet worden gebruikt.
Het zal mij niet verbazen als dit hét zomerdrankje van volgende zomer zal worden.